Lijdend voorwerp

Lezen
Pak je boek en start met lezen. 
timer
10:00
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Lezen
Pak je boek en start met lezen. 
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Het lijdend voorwerp

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
- Je leert over het lijdend voorwerp.
- Je leert een lijdend voorwerp vinden.

Slide 3 - Slide

Ik kan de persoonsvorm in de zin vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Ik kan de zin verdelen in zinsdelen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

Ik kan het onderwerp vinden in een zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

Ik kan het werkwoordelijk gezegde vinden in een zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Poll

Lijdend voorwerp
Is de onderganer van de persoonsvorm. 
Het “lijdt” onder de persoonsvorm. 


Jan slaat Piet

Slide 8 - Slide

Lijdend voorwerp
Hoeft niet in de zin te zitten!

Slide 9 - Slide

Hoe vind je het lijdend voorwerp? 
wie/wat + wwg + onderwerp = lijdend voorwerp. 
Wie of wat
+
wwg
+
lijdend voorwerp
onderwerp
=

Slide 10 - Slide

Mijn vader
leest
de krant.
Onderwerp
Persoonsvorm
Lijdend Voorwerp

Slide 11 - Drag question

Wat is het lijdend voorwerp. Stel jezelf de goede vraag!
De kinderen geven oma bloemen.

Slide 12 - Mind map

Hoe vind je het lijdend voorwerp? 
Wie of wat
+
wwg
+
lijdend voorwerp
onderwerp
=
Wie of wat           geven                de kinderen =
                                   
                              bloemen

Slide 13 - Slide

Wat is het lijdend voorwerp?
.
Het lijdend voorwerp
De handbaltrainer
zet
het wedstrijdschema
op Facebook.

Slide 14 - Drag question

Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
We 
hebben
vanavond
een serie 

Slide 15 - Drag question

Moeder kookte een heerlijke maaltijd.
Ik zie haar.
Wij geven jullie een bos bloemen.
Heb je aan je ouders geschreven?
Lijdend voorwerp
Geen lijdend voorwerp
Lijdend voorwerp
Geen lijdend voorwerp

Slide 16 - Drag question

lijdend voorwerp
Mijn iPad
heb
ik
het tweede uur
aan Joey
uitgeleend.

Slide 17 - Drag question

Een lijdend voorwerp ...
A
... kan met een voorzetsel beginnen.
B
... begint nooit met een voorzetsel.

Slide 18 - Quiz

Wat kan GEEN lijdend voorwerp zijn?
A
De kat met het gebroken pootje
B
de pan met tomatensoep
C
in de tuin van de buren
D
wij

Slide 19 - Quiz

gegeven?
dat
Waarom
heb
je
hem
Onderwerp
Gezegde
Lijdend voorwerp

Slide 20 - Drag question

Wat is het lijdend voorwerp?
altijd 
Het lijdend voorwerp

Waar
zet
jij 
jouw racefiets
neer?

Slide 21 - Drag question

Ik snap het lijdend voorwerp!
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Aan de slag
Maak:
§5 Lijdend voorwerp
Maak opdracht 2, 3 en 6 (blz.213).
* Bewaar je vragen voor straks, sla over en werk verder.

Klaar?
Lezen.

timer
10:00
= Zelfstandig
in absolute stilte

Slide 23 - Slide