14. Wat eet je? Soms, nooit, altijd

1 / 40
next
Slide 1: Video
SpaansHBOStudiejaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

This item has no instructions

1 uur klas: mag niet - ¿por qué?
2 uur klas, wanneer de docent een pausje roept: geen 2 leerlingen tegelijkertijd. 
Gorra (pet, hoodie), chicle (kaugom)...

Slide 2 - Slide

Jullie kunnen dit ook gebruiken voor jullie opdracht voor OWH
Necesitas:

- la libreta
- el cuaderno


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vandaag beginnen wij met nieuwe vocabulaire. 
Necesitas:
- la libreta
- el cuaderno


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

hoy es [dag], [nr] de [maand] 
1. deberes
2. ¿qué traes?
3. test
4. woordwedstrijd
5. speed dating?
6. EXIT ticket:me gustan/  no me gustan + los/las+ gerecht
MEERVOUD!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

El desayuno ¿qué traes?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

LessonUp aanmelden: let op: gebruik je naam om je cijfer te halen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Upload een foto van je koelkast.

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

en mi nevera hay...


je gebruikt HAY met un/una/unos/unas = een

onteelbare woorden hebben geen "een" = geen lidwoord:
voorbeeld: hay unas olivas, hay una manzana...
 maar: hay leche, hay chocolate, hay agua, hay pan... 


hay = er is

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

escribe:

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

¿qué comes en el desayuno?
- ¿qué comes en el desayuno?
- ¿qué bebes?
- quiero...

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

1. Op dinsdag zag je meerdere plaatjes, kan je het eten noemen?

Wij hebben een winnaar: 


Ashtan en Aki!!!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

¿a qué hora comes? hoe laat?
¿a qué hora comes el  desayuno?

¿a qué hora comes el almuerzo?

¿a qué hora comes la cena?

= ¿a qué hora desayunas?


= ¿a qué hora comes?


= ¿a qué hora cenas?
pagina 25-26 praten

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Leesdoel: 
Aan het einde van deze les:
1. je kunt zeggen hoe vaak je iets doet
2. je gaat ontdekken hoe gezond is je leven
3. je hebt sommige woorden geleerd en wij gaan het over het ontbijt hebben

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Tengo una vida muy saludable.
Como mucha verdura, hago mucho deporte, bailo, nado, corro y voy en bici al instituto (la escuela secundaria).



TEST: ¿tienes una vida saludable?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

wij gaan me gusta/no me gusta 
a mi también/a mi tampoco oefenen met een speed dating activiteit. 
wij doen de activiteit tijdens el desayuno

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

me gustan los gatos
me gusta(n)
me gusta(n)  
me gusta(n)
me gusta la leche de avellana 
2 zijdig, 7 mensen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

show and tell
¿qué traes? Probeer porque ... te gebruiken

voorbeeld 1: traigo chocolate con churros porque me gusta mucho
voorbeeld 2: traigo agua porque es saludable
voorbeeld 3: traigo pan porque es mi comida favorita

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

doe 1 rij en la izquierda en 1 rij en la derecha

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

speed dating:
Oefen Spaans met andere leerlingen:
1. er is een tafel waar de mensen blijven zitten
2. op de andere kant roteren de "aanvragers". Jullie praten tijdens 1 minuut en dan je gaat je op dezelfde rij bewegen
3. je hebt één keer met iedereen op je kant gepraten en kan op de andere kant gaan.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

exit ticket
opruimen, feedback en gaan

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

wat ging goed?
wat had beter kunnen gaan?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

This item has no instructions

miércoles!
- recoge la libreta

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

pausa

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

hoy es [dag], [nr] de [maand] 
1. el desayuno
2. Wat wil je eten? ¿Qué quieres comer? 
4. ¿qué quieres comer?
5. ¿qué traes?
6. me gustaN / no me gustaN + gerecht

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

¿qué te gusta desayunar?
- ¿qué comes en el desayuno?
- ¿qué traes?
- ¿qué quieres comer en el desayuno?
- quiero...
- ¿qué quieres beber?
- quiero...
                              ¡yo traigo chocolate caliente!
pagina 25
met zijn 2

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

las frutas (1.9)
Betekenis opzoeken? Gebruik: www.interglot.nl
Lo traigo yo
¿Quién trae el pan?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

la manda-
rina
las uvas
la piña
las cere-
zas
la pera
la manzana
las naranjas
las fresas
el melo-
cotón
el plátano

Slide 31 - Drag question

This item has no instructions

Vraag 2: Welk fruitsoort hoort bij welk plaatje?
Maak de goede verbinding door de naam van het fruit naar de afbeelding met het fruit te slepen.
banana
plátano
Kiwi
piña
Mango

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

pagina 32. La canción de las frutas
¿te gusta la fruta?
¿comes mucha fruta?
¿cuántas veces a la semana comes fruta?
¿cuál es tu fruta preferida?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions

Voordat wij gaan...
- click hier 
- doe tenmiste tot de 2e stap van de 2e niveau
- EXIT TICKET: me gustaN/no me gustaN...

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Link

This item has no instructions

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

This item has no instructions

Wat ging goed?
Wat kon beter gaan?

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

miércoles!
- recoge la libreta

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

exit ticket
letterlijke ticket: geef je papiertje met je verjaardag om te kunnen gaan

Slide 40 - Slide

This item has no instructions