Mbo - Signaalwoorden en tekstverbanden

Signaalwoorden
- Klassikaal: herhaling vorige week (H2.1 en 2.2)
- Klassikaal: uitleg signaalwoorden (H2.3)
- Zelfstandig: oefentoets H1 Lezen
- Zelfstandig: opdrachten H2.3 Lezen


1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Signaalwoorden
- Klassikaal: herhaling vorige week (H2.1 en 2.2)
- Klassikaal: uitleg signaalwoorden (H2.3)
- Zelfstandig: oefentoets H1 Lezen
- Zelfstandig: opdrachten H2.3 Lezen


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welke functies heeft de inleiding van een tekst?
A
De aandacht trekken en/of het onderwerp introduceren.
B
De aandacht trekken en/of de deelonderwerpen behandelen.
C
Het onderwerp introduceren en/of de deelonderwerpen behandelen.
D
Het onderwerp introduceren en/of de belangrijkste conclusie geven.

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de functies van het slot?
A
De hoofdgedachte van een tekst en/of de belangrijkste conclusie geven
B
Een anekdote en/of een samenvatting geven
C
De mening van de schrijver en/of de belangrijkste conclusie geven
D
Een samenvatting en/of de belangrijkste conclusie geven

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Alle hoofdzaken op een rij.
B
Het belangrijkste van een tekst in één woord samengevat.
C
De korst mogelijke samenvatting van een tekst.
D
Alle bijzaken op een rij.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Agenda
- Klassikaal: herhaling vorige week (H2.1 en 2.2)
- Klassikaal: uitleg signaalwoorden (H2.3)
- Zelfstandig: oefentoets H1 Lezen
- Zelfstandig: opdrachten H2.3 Lezen


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al van signaalwoorden?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Slide 7 - Video

Vanaf 1.10: Aan eind signaalwoorden in eigen woorden uit kunnen leggen + waarom je dit leert.
Opsomming
Tegenstelling
Reden
Oorzaak-gevolg
En, ook, bovendien, vervolgens
Daardoor, doordat, als gevolg van
Maar, toch, echter, desondanks
Daarom, omdat, want, dus

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Ik ga naar Zuid-Korea, mits de coronamaatregelen het toelaten.

Welk verband geeft het signaalwoord 'mits' aan?
A
Conclusie
B
Reden
C
Tegenstelling
D
Voorwaarde

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Agenda
- Klassikaal: herhaling vorige week (H2.1 en 2.2)
- Klassikaal: uitleg signaalwoorden (H2.3)
- Zelfstandig: oefentoets H1 Lezen
- Zelfstandig: opdrachten H2.3 Lezen


Slide 10 - Slide

This item has no instructions