h24 Break-evenanalyse

Havo H24 Break-evenanalyse
Paragraaf 24.1 Variabele en constante kosten
Paragraaf 24.2 Break-evenanalyse 
Paragraaf 24.3 Grafieken van de break-evenanalyse
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Havo H24 Break-evenanalyse
Paragraaf 24.1 Variabele en constante kosten
Paragraaf 24.2 Break-evenanalyse 
Paragraaf 24.3 Grafieken van de break-evenanalyse

Slide 1 - Slide

p1 Constante en variabele kosten
Constante kosten = kosten die (binnen de productiecapaciteit) niet veranderen bij een verandering in de productie of de afzet in een bepaalde periode / onafhankelijk van de afzet



Voorbeelden
  • Afschrijvingskosten
  • Interestkosten
  • Huurkosten
  • Verzekeringskosten
  • Loonkosten vast

Slide 2 - Slide

Constante en variabele kosten
Variabele kosten = kosten die wel veranderen bij een verandering in de productieomvang of de afzet in een bepaalde periode/ afhankelijk van de afzet






Bij de break-even analyse veronderstellen we altijd proportioneel variabele kosten = kosten die recht evenredig veranderen met de
productieomvang

Voorbeelden
  • Grondstofkosten
  • Inkoopwaarde van de verkopen
  • Loonkosten variabel

Slide 3 - Slide

Berekenen variabele kosten en constante kosten
Bij een productie van 40.000 stuks zijn de totale kosten € 245.000
Bij een productie van 45.000 stuks zijn de totale kosten € 260.000

  • Bereken de variabele kosten per product
  • Variabele kosten per product = verandering TK / verandering productie = (260.000 – 245.000)/ (45.000 – 40.000) = € 3

  • Bereken de totale constante kosten
  • TCK = € 245.000 – 40.000 x € 3 = € 125.000

Slide 4 - Slide

p2 Break-evenanalyse
Algemene economie: berekenen met behulp van TO = TK
Totale opbrengst = Totale kosten
Totale kosten = Totale constante kosten + Totale variabele kosten


Bedrijfseconomie: berekenen met behulp van de dekkingsbijdrage
Dekkingsbijdrage = verkoopprijs - variabele kosten



Break-evenafzet = (𝑐𝑜𝑛𝑠𝑡𝑎𝑛𝑡𝑒 𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛 )/(𝑣𝑒𝑟𝑘𝑜𝑜𝑝𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠−𝑣𝑎𝑟𝑖𝑎𝑏𝑒𝑙𝑒 𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛 )


Slide 5 - Slide

Berekenen dekkingsbijdrage, BEA en BEO 
De constante kosten zijn € 100.000. De verkoopprijs is € 11 en de variabele kosten zijn € 3 per stuk 

  • Bereken de dekkingsbijdrage: dekkingsbijdrage = verkoopprijs – variabele kosten 
  • Bereken de break-evenafzet: BEA = (𝑐𝑜𝑛𝑠𝑡𝑎𝑛𝑡𝑒 𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛)/𝑑𝑒𝑘𝑘𝑖𝑛𝑔𝑠𝑏𝑖𝑗𝑑𝑟𝑎𝑔𝑒 
  • Bereken de break-evenomzet: BEO = BEA x verkoopprijs

Dekkingsbijdrage = € 11 - € 3 = € 8
BEA = (€ 100.000)/(€ 8) = 12.500

Let op: komt de BEA niet uit op een rond getal en heb je te maken met stuksproductie? Rond het getal dan af naar boven. 
BEO = BEA x verkoopprijs = 12.500 x € 11 = € 137.500

Slide 6 - Slide

Berekenen benodigde afzet bij winstdoel
De constante kosten zijn € 100.000. De verkoopprijs is € 11 en de variabele kosten zijn € 3 per stuk 

  • Bereken de dekkingsbijdrage: dekkingsbijdrage = verkoopprijs – variabele kosten 
  • Bereken de break-evenafzet: BEA = (𝑐𝑜𝑛𝑠𝑡𝑎𝑛𝑡𝑒 𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛)/𝑑𝑒𝑘𝑘𝑖𝑛𝑔𝑠𝑏𝑖𝑗𝑑𝑟𝑎𝑔𝑒 
  • Bereken de break-evenomzet: BEO = BEA x verkoopprijs

Dekkingsbijdrage = € 11 - € 3 = € 8
BEA = (€ 100.000)/(€ 8) = 12.500

Let op: komt de BEA niet uit op een rond getal en heb je te maken met stuksproductie? Rond het getal dan af naar boven. 
BEO = BEA x verkoopprijs = 12.500 x € 11 = € 137.500

Slide 7 - Slide

Office BV importeert printers en verkoopt ze voor € 90,75 per stuk incl. 21% btw. De inkoopprijs is € 50 exclusief btw. Het bedrijf heeft € 15 aan overige variabele kosten per printer. De totale constante kosten zijn € 600.000 per jaar. De onderneming wil een jaarwinst realiseren van minimaal € 100.000.
Bereken de dekkingsbijdrage per product

Slide 8 - Open question

Office BV importeert printers en verkoopt ze voor € 90,75 per stuk incl. 21% btw. De inkoopprijs is € 50 excl. btw. Het bedrijf heeft € 15 aan overige variabele kosten per printer. De totale constante kosten zijn € 600.000 per jaar. De onderneming wil een jaarwinst realiseren van minimaal € 100.000.
Bereken hoeveel printers ze moeten verkopen om de gewenste winst te behalen

Slide 9 - Open question

Vorige les
Dekkingsbijdrage = verkoopprijs - variabele kosten
  • kan gevraagd worden totaal of per product
  • let op: altijd verkoopprijs excl. btw 

Break-evenafzet = constante kosten/ dekkingsbijdrage pp
  • uitkomst afronden naar boven bij stukproductie

Break-evenomzet = break-evenafzet x verkoopprijs excl. btw

Slide 10 - Slide

Break even, een andere manier
  • Quitte spelen = geen winst of verlies = winst van o
  • Dus de opbrengsten zijn gelijk aan de kosten > TO = TK
  • (TO = totale opbrengsten, TK = totale kosten)

  • TO = vkp x afzet
  • TK = variabele kosten + constante kosten

Slide 11 - Slide

Opdracht 11

Slide 12 - Open question

Opdracht 11
  • TO = TK
  • vkp x afzet = variabele kosten + constante kosten
  • vkp x 35.000 = (€18,75 x 35.000) + (€21,20 x 35.000)
  • vkp x 35.000 = €1.398.250
  • vkp = €1.398.250/ 35.000 = €39,95

  • Of: €18,75 + €21,20 = €39,95

Slide 13 - Slide

Opdracht 15a

Slide 14 - Open question

Opdracht 15
> bereken eerst de variabele kosten pp
> daarna de (totale) constante kosten
>  bereken nu de BEA

€200.000/ 40.000 = €5
€1.520.000 - (160.000 x €5) = € 720.000
€720.000/ (€8 - €5) = 240.000 stuks

Slide 15 - Slide

p3 Break-evenanalyse in grafiek

Slide 16 - Slide

Break-evenanalyse in grafiek
Wanneer de lijn van de totale omzet en totale kosten elkaar snijden: break even point

De omzet is dan gelijk aan de 
kosten, dus de winst=0 

TDB = totale dekkingsbijdrage
TCK = totale constante kosten 
BEP = break even punt



Slide 17 - Slide