6 november

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica of toets?
  • Bespreken Tekst 9A. 
  • Vertalen tekst 9A
1 / 31
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica of toets?
  • Bespreken Tekst 9A. 
  • Vertalen tekst 9A

Slide 1 - Slide

Vragen grammatica en/of de toets?

Slide 2 - Open question

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Plusquamperfectum
  • plusquamperfectum: voltooide tijd van het verleden
  • Dus: een handeling is afgerond in het verleden voordat een andere handeling in het verleden plaatsvond.
  • Vorming: perfectumstam + imperfectum van esse
  • Dus: vocare => voca-v-eram = ik had geroepen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Conjunctivus
  • conjunctivus: vorm die -in tegenstelling tot de indicativus- geen feitelijke informatie geeft
  • Het is een stapje verwijderd van de werkelijkheid:
  • Het geeft vaak een mogelijkheid of een wens aan.

Slide 8 - Slide

Conjunctivus
  • Conjunctivus Imperfectum:
  • Infinitivus praesens + persoonsuitgang 
  • Dus: amare-m, -s, -t, -mus, -tis, -nt.
  • Conjunctivus Plusquamperfectum:
  • Infinitivus perfectum + persoonsuitgang 
  • Dus: amavisse-m, -s, -t, -mus, -tis, -nt.

Slide 9 - Slide

Vertaling Conjunctivus
  • Bijzinnen met ut:
  • - doel: opdat, om te.
  • - noodzakelijke aanvulling: dat.
  • Bijzinnen met cum:
  • - reden: omdat
  • - tijd: toen
  • toegeving: hoewel, ofschoon

Slide 10 - Slide

Cura cum quendam fluvium transiret,

Slide 11 - Open question

vidit cretosum lutum,

Slide 12 - Open question

sustulit cogitabunda
et coepit fingere hominem.

Slide 13 - Open question

Dum deliberat secum quidnam fecisset, intervenit Iovis;

Slide 14 - Open question

rogat eum Cura, ut ei daret spiritum

Slide 15 - Open question

quod facile ab Iove impetravit.

Slide 16 - Open question

Cui cum vellet Cura nomen suum imponere, Iovis prohibuit suumque nomen ei dandum esse dixit.

Slide 17 - Open question

Dum de nomine Cura et Iovis disceptarent

Slide 18 - Open question

surrexitet Tellus suumque nomen ei
imponi debere dicebat,

Slide 19 - Open question

quandoquidem corpus suum praebuisset.

Slide 20 - Open question

Sumpserunt Saturnum iudicem;

Slide 21 - Open question

quibus Saturnus aequus videtur iudicavisse:

Slide 22 - Open question

Tu, Iovis, quoniam spiritum dedisti, animam post mortem accipe;

Slide 23 - Open question

Tellus, quoniam corpus praebuit, corpus recipito.

Slide 24 - Open question

Cura quoniam prima eum finxit, quamdiu vixerit,
Cura eum possideat;

Slide 25 - Open question

sed quoniam de nomine eius controversia est, homo vocetur, quoniam ex humo videtur esse factus.

Slide 26 - Open question

De vier tijdperken. 
Lees de tekst 
"De vier tijdperken"
en maak de bijbehorende vragen.


Slide 27 - Slide

Opdracht bij de tekst
  • Kleur in elke zin:
  • De persoonsvorm.
  • Andere werkwoordsvormen in een andere kleur.
  • Alle Nominativi in een andere kleur.
  • Alle directe en indirecte objecten ieder in een andere kleur.
  • (Dus: lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp).

Slide 28 - Slide

Aan het werk. 
  • Leer de woordjes en grammatica t/m 9A.
  • [Kleur 9A, af. ]
  • Vertaal 9A, af.

Dit is ook huiswerk.

Slide 29 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 30 - Open question

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 31 - Open question