Thema 1_Herh BS ademhaling en verbranding

successssss
1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

successssss

Slide 1 - Slide

Welke lichaamscellen doen aan verbranding?
A
Alleen Spiercellen
B
Alleen je hersencellen
C
Alle cellen die in je lichaam zit
D
Spiercellen en hersencellen

Slide 2 - Quiz

glucose+........ -----> .......+koolstofdioxide +.............
A
zuurstof, energie, water
B
energie, zuurstof, water
C
zonlicht, energie, water
D
zuurstof, energie, cytoplasma

Slide 3 - Quiz

welke vorm van energie komt er vrij bij een brandende kaars?

A
warmte en licht
B
licht en beweging
C
beweging en warmte
D
koolstofdioxide en water

Slide 4 - Quiz

wat is de brandstof bij een brandende kaars?

A
lucht
B
kaarsvet
C
zuurstof
D
glucose

Slide 5 - Quiz

wat is een belangrijke brandstof voor je lichaam?
A
water
B
glucose
C
koolstofdioxide
D
zuurstof

Slide 6 - Quiz

Bij verbranding in je lichaam ontstaat:
A
Zuurstof
B
Stikstof
C
Koolstofdioxide
D
Vuur

Slide 7 - Quiz

Als je hardloopt gaat je ademhaling langzamer dan wanneer je wandelt
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Wat is gaswisseling?
A
Koolstofdioxide in je bloed en zuurstof eruit
B
De verbranding van zuurstof en het ontstaan van koolstofdioxide
C
Het wisselen van rode en witte bloedcellen
D
Zuurstof in je bloed en koolstofdioxide uit je bloed

Slide 9 - Quiz

Maarten doet mee aan de Elfsteden zwemtocht. Dat is een tocht van 195 km langs 11 steden in Friesland.
Bij het zwemmen levert zijn lichaam zeer zware inspanning.
Waarom is het belangrijk dat Maarten regelmatig tussendoortjes eet?

Slide 10 - Open question

Sleep de woorden naar de juiste plaats in de formule van verbranding in het menselijke lichaam
->
Glucose
Zuurstof
Energie
Koolstofdioxide
Water

Slide 11 - Drag question

welke stof komt in het bloed bij het inademen?
A
zuurstof
B
koolstofdioxide
C
water
D
glucose

Slide 12 - Quiz

welke stof gaat het bloed ui bij het uitademen?
A
zuurstof
B
koolstofdioxide
C
water
D
glucose

Slide 13 - Quiz

een indicator is een
A
een stof die voor kleur zorgt
B
een stof die een andere stof aantoont
C
een stof die een andere stof bindt

Slide 14 - Quiz

Is helder kalkwater een indicator voor zuurstof?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Een levenskenmerk van een organisme is stofwisseling.
Wat hoort er niet bij stofwisseling?
A
ademhalen
B
voeden
C
uitscheiden
D
reageren op prikkels

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Hoe verplaatst
koolstofdioxide zich?
A
Van het longblaasje naar het bloedvat
B
Van het bloedvat naar het longblaasje

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Welk onderdeel wijst nummer 1 aan?
A
Mondholte
B
Neusholte
C
Keelholte
D
Slijmvlies

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Welk onderdeel wijst nummer 2 aan?
A
Mondholte
B
Neusholte
C
Keelholte
D
Slijmvlies

Slide 22 - Quiz

Welke onderdeel of onderdelen zijn gesloten bij 'verslikken'?
A
Alleen de huig
B
Alleen het strotklepje
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 23 - Quiz

Welk onderdeel wijst nummer 3 aan?
A
Mondholte
B
Neusholte
C
Keelholte
D
Slijmvlies

Slide 24 - Quiz

Welk onderdeel wijst nummer 4 aan?
A
Bronchie
B
Luchtpijp
C
Keelholte
D
Strottenhoofd

Slide 25 - Quiz

Welk onderdeel wijst nummer 5 aan?
A
Bronchie
B
Luchtpijp
C
Keelholte
D
Strottenhoofd

Slide 26 - Quiz

Welk onderdeel wijst nummer 6 aan?
A
Long
B
Luchtpijptakje
C
Bronchie

Slide 27 - Quiz

De luchtpijp is stevig door kraakbeenringen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Wat is
SMOG?

Slide 31 - Open question

Hoe kun je je huis ventileren?

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide

Wordt astma door roken veroorzaakt?
En COPD?
A
Alleen Astma
B
Alleen COPD
C
Beide
D
Geen van Beide

Slide 34 - Quiz

Door welke stof in rook worden de longen van rokers zwart?
A
Tabak
B
Nicotine
C
Smog
D
Teer

Slide 35 - Quiz

Wat doet koolstofmono-oxide die in een sigaret zit?
A
Het is verslavend
B
Het knijpt je bloedvaten samen
C
Het maakt je longen zwart
D
Het neemt de plek van zuurstof in

Slide 36 - Quiz

Waardoor weet je of je aan roken verslaafd bent?
A
je bent lichamelijk afhankelijk
B
je bent lichamelijk en geestelijk afhankelijk
C
je bent geestelijk afhankelijk

Slide 37 - Quiz