NUN 1F-2F Spelling. H.2 Spellingsregels, 2.2 Tussenletters

les-informatie
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek A / B

auteur   MB
datum   febr. 2022

1 / 21
next
Slide 1: Slide
Nederlands voor anderstaligenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

les-informatie
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek A / B

auteur   MB
datum   febr. 2022

Slide 1 - Slide

Spelling H.2 Spellingregels
2.1 Meervoud (van zelfstandig naamwoorden)    
2.2 Tussenletters
2.3 Aan elkaar of los
2.4 Bijvoeglijk naamwoorden

We beginnen met een gesloten boek.

Slide 2 - Slide

samenstellingen van (zelfstandig naam-) woorden 
voeg zoveel mogelijk samen
het autobandventieldopje
samenstelling van
vier zelfstandig naamwoorden:
de auto
de band
het ventiel
het dopje        Het laatste deel bepaalt het lidwoord.

Slide 3 - Slide

Spellingregels. 2.2 Tussenletters
de samenstelling
- de combinatie van twee of meer woorden
bijv.
de slaapkamer      (geen tussenletter)
het beddengoed    (tussen -en-)
de openingstijden  (tussen -s-)

Slide 4 - Slide

de woordenschat
de bandenspanning - hoeveel lucht zit er in een band


het zonnestelsel - de zon met alle planeten en manen

Slide 5 - Slide

p.159   de woordenschat
het platteland - land buiten de stad



het hebbeding - modern artikel dat iemand wel graag wil hebben, maar eigenlijk niet nodig heeft

Slide 6 - Slide

p.159 de woordenschat
de gereedschapskist - doos voor gereedschap


de geluidsinstallatie - apparaten om geluid goed en mooi te laten horen

Slide 7 - Slide

de betekenis van tussenletter(s) in 'n samenstelling
Meestal betekent -en-  of -s-  ongeveer 'van'.

tomatensoep - soep van tomaat
houdbaarheidsdatum - datum van houdbaarheid



Slide 8 - Slide

tussenletters in samenstellingen
-en-
* als het eerste deel een zelfstandig naamwoord is met een meervoud op -en
bijv.
perensap (want de peer, de peren)
maar
appelsap (want de appel, de appels)

Slide 9 - Slide

tussenletters in samenstellingen
geen -en-
. als het eerste deel een meervoud op -s heeft
bijv. de globelamp (want meervoud: globes)
. als het eerste deel een meervoud op -s of -en heeft
bijv. keuzedeel (want keuzen of keuzes)
. als het eerste deel er alleen in het enkelvoud is
bijv. de zonneschijn (want er is maar één zon)
. als het eerste deel een bijvoeglijk naamwoord of werkwoord is
bijv.  het lagelonenland,  de drinkebroer

Slide 10 - Slide

tussenletters in samenstellingen
-s-
. als je een /s/  hoort
bijv. het opleidingsniveau
. als je een /s/  hoort in vergelijkbare woorden
bijv. kappersschool (want kapperswinkel)

Slide 11 - Slide

tussenletters in samenstellingen
bestudeer de theoriepagina 159


Huiswerk
leren en maken
p. 156 - 160

Slide 12 - Slide

p.160 controle van het huiswerk

Slide 13 - Slide

p.160 OPDRACHT 1
Typ de juiste antwoordletters van
nummer 1 tot en met 4 (zonder , . - of enter)
timer
1:00

Slide 14 - Open question

p.160 OPDRACHT 1
Typ de juiste antwoordletters van
nummer 5 tot en met 8 (zonder , . - of enter)
timer
1:00

Slide 15 - Open question

P.160 opdracht 2
Kies de juiste spelling van de samenstellingen.
nr. 1 en 2
timer
0:30
A
plantbak, rodekool
B
plantebak, rodekool
C
plantenbak, rodekool
D
plantenbak, roodkool

Slide 16 - Quiz

P.160 opdracht 2
Kies de juiste spelling van de samenstellingen.
nr. 3 en 4
timer
0:30
A
routebeschrijving, beroeptest
B
routenbeschrijving, beroepentest
C
routenbeschrijving, beroeptest
D
routebeschrijving, beroepentest

Slide 17 - Quiz

P.160 opdracht 2
Kies de juiste spelling van de samenstellingen.
nr. 5 en 6
timer
0:30
A
maanschijn, tomaatsoep
B
maneschijn, tomatensoep
C
manenschijn, tomatensoep
D
maneschijn, tomaatsoep

Slide 18 - Quiz

P.160 opdracht 2
Kies de juiste spelling van de samenstellingen.
nr. 7 en 8
timer
0:30
A
volmaan, garagebedrijf
B
volmaan, garagenbedrijf
C
vollemaan, garagenbedrijf
D
vollemaan, garagebedrijf

Slide 19 - Quiz

P.160 opdracht 3
Schrijf de juiste spelling van de samenstellingen.
1. de geluidsoverlast
2. de geluidsset
3. het strandhuis
4. de strandstoel
5. het personeelsfeest
6. de personeelschef

Slide 20 - Slide

P.160 opdracht 3
Schrijf de juiste spelling van de samenstellingen.
  7. de bedrijfsauto
  8. de bedrijfssector
  9. het industriegebied
10. de industriestad
11. de beveiligingsdienst
12. de beveiligingssoftware

Slide 21 - Slide