* oorlog + schip oorlogsschip.
Je hoort een -s, dus je schrijft ook (oorlogstijd, oorlogsgeweld).
* station + chef stationschef.
Je hoort een -s, dus je schrijft 'm ook.
Stationklok of stationsklok?
* recht + spraak rechtspraak.
Je hoort een -s, maar die is al onderdeel van 'spraak'.
Rechtbank of rechtsbank?