Stappenplan vanaf nu:
A. Geslacht ZN bepalen (1) : m/v/o/mv?
B. Naamval bepalen: VZ met bepaalde naamval (2) of zin ontleden (4)
C. Blad omdraaien, Der- of Ein-Gruppe kiezen + goede vorm kiezen.
Bijv. Der Lehrer hat ...(deze)...Schüler (m) ein Kompliment gegeben.
A. Schüler = mnl persoon, dus geslacht is m (der)
B. geen VZ, dus ontleden. aan wie = aan de leerling = MV = 3e naamval
C. deze = dies-, dus Der-schema. m, 3e naamval = dem, dus diesem