K5 - Grammatik A

 K5 - Grammatik A
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

 K5 - Grammatik A

Slide 1 - Slide

Lernziel dieser Stunde
  • Je weet hoe je de trappen van vergelijking in het Duits moet maken/toepassen.

Slide 2 - Slide

Huh? Wie?

Slide 3 - Slide

Trappen van vergelijking
Komparation
Positiv, Komparativ & Superlativ

Slide 4 - Slide

Trappen van vergelijking
Waarvoor gebruik je de trappen van vergelijking?
De trappen van vergelijking worden gebruikt om twee of meer zaken met elkaar te vergelijken.

Welke soorten woorden (woordgroep) wordt daarvoor gebruikt?
Bijvoeglijke naamwoorden

Slide 5 - Slide

De drie trappen
De stellende trap - der Positiv
- klein
De vergrotende trap - der Komparativ
- kleiner
De overtreffende trap - der Superlativ
- am kleinsten

Slide 6 - Slide

De drie trappen met stam op klinker of -d/-t
De stellende trap - der Positiv
- neu
De vergrotende trap - der Komparativ
- neuer
De overtreffende trap - der Superlativ
- am neuesten

Slide 7 - Slide

De drie trappen met klinker a, u of o in de stam
De stellende trap - der Positiv
- alt
De vergrotende trap - der Komparativ
- älter
De overtreffende trap - der Superlativ
- am ältesten

Slide 8 - Slide

Trappen van vergelijking
Als je personen, dieren of dingen met elkaar wilt vergelijken:
De stellende trap - der Positiv
- Es ist (genau) so groß wie sie.
De vergrotende trap - der Komparativ
- Er ist größer als sie.
De overtreffende trap - der Superlativ
- Es ist am größten.

Slide 9 - Slide

Übung macht den Meister!

Slide 10 - Slide

de trappen van vergelijking: lieb
A
lieb - lieber - liebsten
B
lieb - lieber - am liebsten
C
lieb - lieber - liebest

Slide 11 - Quiz

trappen van vergelijking: weit
A
weit - weiter - weitesten
B
weit - weiter - weitsten
C
weit - weiter - am weitesten

Slide 12 - Quiz

maak de trappen van vergelijking van:
klein

Slide 13 - Open question

maak de trappen van vergelijking van:
groß

Slide 14 - Open question

maak de trappen van vergelijking van:
neu

Slide 15 - Open question

Gibt es noch Fragen?

Slide 16 - Slide