week 24 les 1
1 / 31
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
la rentrée
A
de laatste schooldag
B
de rente
C
de reis
D
de eerste schooldag
Slide 6 - Quiz
le départ
A
de vertraging
B
de landing
C
de aankomst
D
het vertrek
Slide 7 - Quiz
la fille
Slide 8 - Open question
l'avion
A
de trein
B
het vliegtuig
C
de auto
D
de bus
Slide 9 - Quiz
voyager
A
schrijven
B
werken
C
luisteren
D
reizen
Slide 10 - Quiz
le bateau
Slide 11 - Open question
travailler
Slide 12 - Open question
magnifique
A
waardeloos
B
geweldig
C
magisch
D
vreselijk
Slide 13 - Quiz
Engels
A
allemand
B
néerlandais
C
anglais
D
espagnol
Slide 14 - Quiz
Vertaal: Je suis fatigué
Slide 15 - Mind map
l'île
A
de zon
B
het eiland
C
het strand
D
de berg
Slide 16 - Quiz
de boom
A
le baume
B
l'église
C
l'arbre
D
le soleil
Slide 17 - Quiz
Vertaal: Je fais les magasins
A
Hij winkelt
B
Wij winkelen
C
Zij winkelt
D
Ik winkel
Slide 18 - Quiz
l'eau
A
het ding
B
het zwembad
C
de reis
D
het water
Slide 19 - Quiz
le soleil
A
de maan
B
de regen
C
de zon
D
de ster
Slide 20 - Quiz
Vertaal: Elle est au Canada.
Slide 21 - Mind map
La météo: sleep het juiste weer naar het juiste plaatje.
Il fait mauvais
Il fait chaud
Il fait froid
Il fait 22 degrés
il fait beau
Slide 22 - Drag question
Combineer de Franse woorden met de juiste vertaling
la gare
la dispute
le matin
l'arbre
de boom
de ochtend
de ruzie
het station
Slide 23 - Drag question
Hoe ging het overhoren?
😒🙁😐🙂😃
