les 2 week 38

1 / 41
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Les devoirs

Faire (maken): Bloc B (ex 9, 10a/b + ex 11abcd, 12ab)

Apprendre (leren): herhaal vocabulaire A woorden + zinnen + nieuw: vocabulaire B (WB page 50)

Slide 3 - Slide

Lesdoelen (Les buts)
10 min: Leertijd = stiltemoment: Ch 1 voc A+B
Je overhoort jezelf met slimstampen of StudyGO of op een andere manier.
5 min: Mondeling: Korte instructie over het mondeling
10 min Herhaling voorzetsels: à, au,en,aux
Je kunt het Franse voorzetsel in/ naar toepassen
10 min: La méteo; het weerbericht
Je kunt in het Frans het juiste weertype koppelen aan het plaatje
Je kunt in het Frans een weerbericht begrijpen
20 min Werktijd/ Nakijktijd:
Kijk zelf Bloc A+B na
Bloc C:
Je kunt een gesprekje uitschrijven in het Frans dat gaat over vakantie
Je kunt een foto beschrijven in het Frans
Mondeling opstarten:
Je kunt in het Frans iets vertellen over jezelf, hobby's, vakantie, huisdieren enz.





Slide 4 - Slide

Ch1 Voc A+B Leertijd = Stiltetijd 

Je overhoort jezelf met slimstampen of StudyGO 
of op een andere manier. 
Lezen = niet leren!



timer
10:00

Slide 5 - Slide

Mondeling weging 1x

 

Slide 6 - Slide

Mondeling
Wat moet je kunnen vertellen?

1. Stel jezelf voor (naam, leeftijd, woonplaats).
2. Vertel over je familie (ouders, broer(s) / zus(sen).
3. Vertel over je huisdier (of zeg dat je geen huisdier hebt).
4. Vertel in welke klas je zit.
5. Vertel wat je leuk vindt.
6. Vertel wat je niet leuk vindt.
7. Vertel wat je in de vakantie hebt gedaan.
8. Vertel hoe het weer was.

Slide 7 - Slide

Beoordeling
weging 1x
16 punten = 10  (per goede zin 2 punten)
Voor mavo 60% goed = 6, voor havo 65% goed = 6
Je wordt beoordeeld op:
- inhoud; vertel je de juiste dingen
- uitspraak
- tempo
- woordvolgorde / grammatica


Slide 8 - Slide

Noteer in jouw agenda
MO: 3 oktober + 10 oktober (zie oefenblad)
SO: 17 oktober
Leerstof: 
Voc A+B WB p. 50 F-N
Bloc C; zinnen WBp.52 F-N 
Bloc D grammaire (volt. deelwoord, WB p. 32,33) N-F/F-N

Slide 9 - Slide

Studiewijzer Ch1

Slide 10 - Slide

travailler
A
spreken
B
werken
C
vertellen
D
ontmoeten

Slide 11 - Quiz

het vliegtuig
A
la avion
B
le avion
C
l'avion
D
les avions

Slide 12 - Quiz

la rentrée

Slide 13 - Open question

le train

Slide 14 - Open question

le garçon
A
de jongen
B
de vriend
C
de neef
D
het meisje

Slide 15 - Quiz

formidable
A
vreselijk
B
moeilijk
C
geweldig
D
makkelijk

Slide 16 - Quiz

c'est vrai
A
het is vreemd
B
het is waar
C
het is mooi
D
het is moeilijk

Slide 17 - Quiz

1

Slide 18 - Video

Herhaling...

voorzetsels in/ naar voor een stad of land

Slide 19 - Slide

Er zijn 4 voorzetsels
in/ naar:
 à
en
au
aux

Slide 20 - Slide

Voorzetsel in/naar
Samenvatting

à                    (stad of dorp)                                                          Marc habite à Bruxelles.
en                 (vrl land enkelvoud)                                             J'habite en France.
au                 (mnl land enkelvoud)                                           Je vais au Portugal.
aux               (landen meervoud)                                              Tu vas aux Etats-Unis?


Slide 21 - Slide

Vul in:
Mon oncle a une maison ______ Portugal
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 22 - Quiz

Kies het juiste voorzetsel

Claire habite ____ Amsterdam
A
en
B
au
C
aux
D
à

Slide 23 - Quiz

Kies het juiste voorzetsel
Mariëlle habite ___ Allemagne
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 24 - Quiz

00:53
Wat betekent:
Alors...(on danse)
A
Hey, (laten we dansen)
B
Dus, (laten we dansen)
C
Ok,(laten we dansen)
D
Joehoe, (laten we dansen)

Slide 25 - Quiz

Ik ga naar Spanje
A
Je vais au Espagne
B
Je vais à Espagne
C
Je vais en Espagne
D
Je vais aux Espagne

Slide 26 - Quiz

Wij wonen in Rome
A
Nous habitons à Rome
B
Nous habitons en Rome
C
Nous habitons au Rome
D
Nous habitons aux Rome

Slide 27 - Quiz

à
aux
en
au
Paris
Rome
Berlin
Pays-Bas
Angleterre
Belgique
Canada
Maroc
Portugal
États-Unis
Bahamas
France

Slide 28 - Drag question

Hoe ging het overhoren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Bloc A

La méteo 


Extra instructie ex 6B 

het weerbericht

Slide 30 - Slide

Il fait beau

Slide 31 - Slide

Il fait mauvais

Slide 32 - Slide

Il fait chaud

Slide 33 - Slide

Il fait froid

Slide 34 - Slide

La météo: sleep het juiste weer naar het juiste plaatje.
Il fait mauvais
Il fait chaud
Il fait froid
il fait beau

Slide 35 - Drag question

Quel temps fait il?
A
Il fait chaud
B
Il fait beau
C
Il fait froid
D
Il fait mauvais

Slide 36 - Quiz

Quel temps fait-il?
A
Il fait mauvais
B
Il fait chaud
C
Il fait froid
D
Il fait beau

Slide 37 - Quiz

Ex 6b
Écoute la météo
We gaan samen luisteren naar het weerbericht

WB p.24

Slide 38 - Slide

Au travail! Aan het werk!
Mondeling opstarten; kijk in het op WB p.168-169 (voorbeeldzinnen)
Plak het werkblad Quel temps fait-il? in jouw schrift
Nakijktijd: Bloc A+B
Faire: Bloc C: 
ex 14: werk het gesprekje uit in het Frans. Kies uit de tabel welke woorden/zinnen je gaat gebruiken
ex 15: Kies 1 van de foto's en maak daarbij 4 Franse zinnen, die iets zeggen over de vakantie en het weer
Ben je klaar? Dan ga je leren!
Ch1; slim stampen herhaal voc A+B WB p.50



Slide 39 - Slide

Wat heb je geleerd deze les?
Schrijf het op, zowel in het FA als de betekenis in het NL

Slide 40 - Mind map

Les devoirs
Noteer in jouw agenda: 
Mondeling uitwerken!
Faire (maken): Bloc C:
ex 14: werk het gesprekje uit in het Frans. Kies uit de tabel welke woorden/zinnen je gaat gebruiken
ex 15: Kies 1 van de foto's en maak daarbij 4 Franse zinnen, die iets zeggen over de vakantie en het weer
Apprendre (leren): 
Ch1: herhaal vocabulaire A + B WB p50 (woorden/zinnen)

Slide 41 - Slide