This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
laatste keer oefenen
Slide 1 - Slide
Geef de waarde van het cijfer 7 in het volgende getal 25,67
A
70
B
7
C
0,7
D
0,07
Slide 2 - Quiz
Geef de waarde van het cijfer 7 in het volgende getal 472,32
A
70
B
7
C
0,7
D
0,07
Slide 3 - Quiz
Geef de waarde van het cijfer 3 in het volgende getal 432 210
A
300 000
B
30 000
C
3 000
D
300
Slide 4 - Quiz
Geef de waarde van het cijfer 3 in het volgende getal 703,24
A
30
B
3
C
0,3
D
0,03
Slide 5 - Quiz
Schrijf 26,8 miljoen met alleen cijfers.
Slide 6 - Open question
Het getal 4 870 000 000 schrijf je als
A
487 miljard
B
48,7 miljard
C
4,87 miljard
D
0,487 miljard
Slide 7 - Quiz
schrijf alle delers van 15 op
Slide 8 - Open question
8 is een deler van 42
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quiz
hoeveel decimalen heeft het getal 123,45
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 10 - Quiz
is het getal 128,5 een decimaal of een geheel getal
A
decimaal getal
B
geheel getal
Slide 11 - Quiz
Welk getal wijst
de pijl aan?
A
4,0
B
4,6
C
4,9
D
5,0
Slide 12 - Quiz
rond het getal 287,7369 af op 2 decimalen
A
287,7
B
287,8
C
287,73
D
287,74
Slide 13 - Quiz
rond het getal 9,00345 af op 3 decimalen
A
9,0034
B
9,0035
C
9,003
D
9,004
Slide 14 - Quiz
Eindburg heeft 362 487 inwoners. rond dit aantal af op duizendtallen
A
400 000
B
360 000
C
362 000
D
362 500
Slide 15 - Quiz
Eindburg heeft 362 487 inwoners. rond dit aantal af op honderdtallen
A
400 000
B
360 000
C
362 000
D
362 500
Slide 16 - Quiz
Eindburg heeft 362 487 inwoners. rond dit aantal af op honderdduizendtallen
A
400 000
B
360 000
C
362 000
D
362 500
Slide 17 - Quiz
Klaas heeft €7,25 in zijn portemonnee. Hoeveel zakken chips van €1,35 kan hij kopen?
A
5
B
6
C
7
D
8
Slide 18 - Quiz
Marsja koopt 12 repen chocolade voor €0,49 per stuk. Wat moet zij hier contant voor betalen?
Slide 19 - Open question
In Ouwehands Dierenpark Rhenen staan 278 mensen te wachten voor het treintje. Per keer kunnen er 34 mensen mee. Hoeveel keer moet het treintje rijden om alle mensen één keer mee te nemen?
Slide 20 - Open question
Voor 10 mandarijnen betaal je € 4,50. Hoeveel betaal je voor 6 mandarijnen? Gebruik een verhoudingstabel.
Slide 21 - Open question
Welke zak aardappelen is het voordeligst? Laat het met berekeningen zien.