2.3 Oppervlakte en omtrek driehoek

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Rekenen Hoofdstuk: 2 Meten en meetkunde
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

§3 oppervlakte en omtrek van een driehoek

1. Lesopening

Pak je boek en schrift op tafel. Open je boek op blz. 40.

Deze les:

• Terugblik
• Instructie
• Opdrachten maken 
• Evalueren hoe de les ging

Terugblik:

De vorige les hebben we het gehad over de oppervlakte van rechthoeken berekenen

De oppervlakte van dit klaslokaal is 144

1. km2
2. m2
3. cm2

De eigenaar van het terras van 6m x 5m betaald hiervoor jaarlijks huur. De huur is € 65 per
Hoeveel huur moet de eigenaar betalen?

m​2​​

2. Lesdoel:

Ik weet:

• hoe ik de omtrek van een driehoek kan berekenen
• hoe ik de oppervlakte van een driehoek kan berekenen

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

Je maakt zelfstandig opdracht 23 t/m 28 op blz. 43 t/m 44.

Alex en Niels

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Ties, Noah, Shaqell, Niels, Bas

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

- Jara

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Hoe bereken je de omtrek
van de driehoek en
wat is de omtrek?

1. 4 cm + 5 cm + 2,5 cm
2. omtrek = 4 cm + 5 cm + 2,5 cm = 11,5 cm
3. 4 x 5 = 20 cm²

Wat is de oppervlakte van
deze driehoek?

Wat is de oppervlakte
van deze driehoek?

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht  23 t/m 28 op blz. 43 t/m 44.

De rest doet mee met de instructie. 

4. Instructie

De omtrek van een driehoek = tel de lengte van de 3 zijden bij elkaar op.

De oppervlakte van een driehoek kun je berekenen door: 

• een rechthoek om de driehoek te tekenen, 
• daarvan de oppervlakte te berekenen (= lengte x breedte) 
• en dat te delen door 2

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Ties, Noah, Shaqell, Niels, Bas: jullie gaan zelfstandig opdracht 23 t/m 28 op blz. 43 t/m 44 maken. 

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? - Jara of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij gaan samen aan de slag.

6. Zelfstandig werken

Je maakt nu zelfstandig opdracht  23 t/m 28 op blz. 43 t/m 44.

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdracht na.

Daarna ga je in stilte lezen.

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk:

Maak de paragraaf af voor de volgende les.

Toetsen: 

Geen