Lesson 3.2 Grammar present con & plural

Today's planning
  1. Nakijken ex.  11A, 11B, 12A, 12B& 13 op blz. 97,98, 99
    17 op blz. 101

  2. Uitleg grammar 
    --> present continuous (tegenwoordige tijd)
    --> plural (meervoud)
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Today's planning
  1. Nakijken ex.  11A, 11B, 12A, 12B& 13 op blz. 97,98, 99
    17 op blz. 101

  2. Uitleg grammar 
    --> present continuous (tegenwoordige tijd)
    --> plural (meervoud)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Present continuous 
Bevestigend: 
 (+) I am working
 (+) He/She/it is working
 (+) We/They are working 

Slide 3 - Slide

Present continuous
Ontkennend:
 (-) I am not playing
 (-) He/She/it isn’t playing
 (-) We/They aren’t playing

Slide 4 - Slide

Present continuous
Vragend: 
 (?) Am I dancing?
 (?) Is he/she/it dancing? 
 (?) Are they/we dancing?

Slide 5 - Slide

Plural (meervoud)
De algemene regel is: Zet een -s achter het zelfstandig naamwoord.

Voorbeeld:
One boy → two boys
One apple → three apples
One house → four houses

 

Slide 6 - Slide

Uitzonderingen!
De uitzonderingen zijn: 
1. Eindigt het woord op medeklinker + Y → meervoud wordt -ies

Voorbeeld: 
One hobby → two hobbies
One story → three stories

Slide 7 - Slide

Uitzonderingen
2. Eindigt het woord op -f(e) → meervoud wordt -ves
Voorbeeld:
one knife - two knives
one wife - three wives
one life - four lives
one calf - ten calves

Slide 8 - Slide

Onregelmatige meervouden
Man → me
Woman → women
Child → children 
Tooth → teeth 
Foot → Feet


Slide 9 - Slide

Work on:
Ex. 14 & 15 on page 99 and 100
Finished? --> work on ex. 19 page 103
timer
15:00

Slide 10 - Slide

HOMEWORK
Probeer opdracht 19 op blz. 103 thuis af te maken voor maandag

Slide 11 - Slide