Week 06.1 Kapitel 2 Les 1

LIEBE LEUTE, DAS PROGRAMM FÜR HEUTE:
Test besprechen
Anfang Kapitel 2
- Sehen
- Grammatik
- Hausaufgaben
1 / 43
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

LIEBE LEUTE, DAS PROGRAMM FÜR HEUTE:
Test besprechen
Anfang Kapitel 2
- Sehen
- Grammatik
- Hausaufgaben

Slide 1 - Slide

TEST BESPRECHEN
TAFELS LEEG:

- geen pennen
- geen etuis
- geen boeken
- geen devices

Slide 2 - Slide

Anfang Kapitel 2
Seite 52/53 "Gesundheit"
Grammatik: persoonlijk voornaamwoord + 3e naamval
Seite 54 "Die Slackline" 
Lukas Imler ist Profi-Slackliner - einer der besten der Welt. Heute trifft Anne ihn in seiner Heimat, in Friesing. 
Seite 55 Aufgabe 2 

Slide 3 - Slide

HAUSAUFGABEN
Montag den 16. Oktober:

Machen:                                                     Lernen/kennen:
Seite 55 und weiter                              Seite 89:  A Sehen + C Hören
Seite 90
Vertaal de zinnen in het
schema van Grammatik A 

Slide 4 - Slide

Auf Wiedersehen!

Slide 5 - Slide

Vertaal naar het Duits:
(Begin met een hoofdletter)

De bergen

Slide 6 - Open question

Vertaal naar het Duits:
(Begin met een hoofdletter)

De zon

Slide 7 - Open question

Vertaal naar het Duits:

gebleven

Slide 8 - Open question

Vertaal naar het Duits:

het regent

Slide 9 - Open question

Vertaal naar het Duits:
(Begin met een hoofdletter)

het onweer

Slide 10 - Open question

Vertaal naar het Duits:
(Begin met een hoofdletter)

Het strand

Slide 11 - Open question

Vertaal naar het Duits:

kamperen

Slide 12 - Open question

Vertaal naar het Duits:

rustig

Slide 13 - Open question

Vertaal naar het Duits:
(Begin met een hoofdletter)

In de herfst

Slide 14 - Open question

Vertaal naar het Duits:
(Begin met een hoofdletter)

In maart

Slide 15 - Open question

Vertaal naar het Duits:
(Begin met een hoofdletter)

In het noorden

Slide 16 - Open question

Vertaal naar het Duits:
(Begin met een hoofdletter)

de natuur

Slide 17 - Open question

Vertaal naar het Nederlands

ganz

Slide 18 - Open question

Vertaal naar het Nederlands

die Zahl

Slide 19 - Open question

Vertaal naar het Nederlands

zerstören

Slide 20 - Open question

Vertaal naar het Nederlands

gehören zu

Slide 21 - Open question

Vertaal naar het Nederlands

wachsen

Slide 22 - Open question

Vertaal naar het Nederlands

rasch

Slide 23 - Open question

Vertaal naar het Nederlands

der Hubschrauber

Slide 24 - Open question

Vertaal naar het Nederlands

der See

Slide 25 - Open question

Mittwoch den 27. September
Machen                                                                                   Lernen (zusätzlich)
Seite 36 Aufgabe 35:                                                        Seite 22: Sprachmittel (alles)
schrijf het gesprek (rol A + B) in het Duits               (vertaling in It's Learning)
gebruik de gegeven woorden.
Seite 44 Aufgabe 46

Montag den 2. Oktober:
Machen:                                                                                   Lernen:
Seite 132-135                                                                         Kapitel 1 ALLES
Aufgabe 2, 3, 6, 7abc













HAUSAUFGABEN / AN DIE ARBEIT:


Montag den 2. Oktober:
Machen:                                                     Lernen/kennen:
Seite 132-135 Aufgabe 2, 3, 6, 7abc        Kapitel 1 ALLES


Slide 26 - Slide

Seite 32 - SPRE CHEN
Umlaute: erklärung Aussprache

Aufgabe 25: Zusammen machen
Aufgabe 27: 

K1 Aufgabe 27

Slide 27 - Slide

wat is het voltooid deelwoord van:

kaufen

Slide 28 - Open question

wat is het voltooid deelwoord van:

reden

Slide 29 - Open question

wat is het voltooid deelwoord van:

besuchen

Slide 30 - Open question

wat is het voltooid deelwoord van:

haben

Slide 31 - Open question

wat is het voltooid deelwoord van:

fotografieren

Slide 32 - Open question

wat is het voltooid deelwoord van:

retten

Slide 33 - Open question

wat is het voltooid deelwoord van:

tanzen

Slide 34 - Open question

Maak het voltooid deelwoord van:

warten

Slide 35 - Open question

Maak het voltooid deelwoord van:

versuchen

Slide 36 - Open question

Maak het voltooid deelwoord van:

grillen

Slide 37 - Open question

Maak het voltooid deelwoord van:

chatten

Slide 38 - Open question

Maak het voltooid deelwoord van:

reagieren

Slide 39 - Open question

Maak het voltooid deelwoord van:

bezahlen

Slide 40 - Open question

Maak het voltooid deelwoord van:

gucken

Slide 41 - Open question

Haben (verleden tijd)

Slide 42 - Slide

sein (verleden tijd)

Slide 43 - Slide