2F Kapitel 3: Schule Dienstag, den 14. Februar 2023

Kapitel 3: Schule
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

Kapitel 3: Schule

Slide 1 - Slide

Dienstag, den 14. Februar 2023
  • Willkommen
  • Nachsehen Aufgaben Woche 06
  • Ziele Stunde
  • Grammatik: Kapitel 4 vervoegen en voltooid deelwoord herhalen
  • Machen Aufgaben Grammatik
  • Grammatik Kapitel 5: ein-Gruppe + machen Aufgaben
  • Test Schreiben
  • Aufgaben Woche 07
  • Zeit übrig: Üben Grammatik Kapitel 3 t/m 5
  • Zum Schluss

Slide 2 - Slide

Laptop
Ga naar vo spiegel nl

Slide 3 - Slide

Nachsehen Aufgaben Woche 06
Aufgaben 25, 27 Seite 118
Schrijfopdracht 3 (stencil)

Slide 4 - Slide

Ziele Stunde:
  • Je kunt zwakke werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd.
  • Je kunt het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden vormen.
  • Je leert de regels voor de uitgangen van ein- en kein-.
  • Je leert de bezittelijke voornaamwoorden gebruiken.

Slide 5 - Slide

Grammatik Kapitel 4:  Schwache Verben und das Partizip
  • Wat is de 1e stap bij vervoegen zwakke werkwoorden en ook bij het voltooid deelwoord?
  • Wat is de standaarduitgang bij zwakke werkwoorden?
  • Wat is de uitgang bij zwakke werkwoorden met stam op een sisklank?
  • Wat is de standaardregel voor het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden?
  • Hoe ziet de uitzonderingsregel (voltooid deelwoord) er uit en bij welke werkwoorden geldt deze uitzonderingsregel?

Slide 6 - Slide

Machen Aufgaben            Seiten 116-117
  • Selbständig machen
  • Aufgaben 23 und 24
  • Klaar: Lernen Grammatik vervoegen zw.ww en voltooid deelwoord.
  • Besprechen Aufgaben 23 und 24
timer
1:00

Slide 7 - Slide

Grammatik Kapitel 5:
Ein-Gruppe:
  • Waaruit bestaat de ein-Gruppe?
  • Wat betekent ein/kein?
  • Schema ein-Gruppe op het bord.
  • ein -> niet mogelijk bij meervoud!

Slide 8 - Slide

Bezittelijke voornaamwoorden:
  • Dit is mijn fiets.
  • Jouw jas is vies.
  • Wordt uw huis opnieuw geverfd?
  • Jullie auto moet nodig naar de wasstraat.

Schema bezittelijke voornaamwoorden!

Slide 9 - Slide

De ein-Gruppe bestaat uit:
een/geen

mijn
jouw
zijn
haar
ons, onze
jullie
hun
uw




ein-/kein-
Bezittelijke voornaamwoorden:
mein- 
dein-
sein-
ihr-
unser-
euer-   !!!!!!!
ihr-
Ihr-  -> hoofdletter

Slide 10 - Slide

Stappenplan wel/geen uitgang ein-Gruppe:
  1. Wat is het lidwoord?
  2. Toepassen regels der/die/das of lidwoord geleerd in Lernliste.
  3. Geen uitgang -e bij der/das
  4. Wel uitgang -e bij die/die.
  5. Eventueel nog vertalen van bezittelijk vnw./een/geen

Slide 11 - Slide

Machen Aufgaben ein-Gruppe:
  • Seiten 150-152
  • Zelfstandig maken
  • Aufgaben 17 + 18 + 21
  • Klaar: Leren grammatica Kapitel 4 en 5 + aantekeningen schrift.
  • Bespreken Aufgaben 17 + 18
timer
1:00

Slide 12 - Slide

Schrijftoets Kapitel 1, 2 en 3
Sprachmittel Kapitel 1 Seiten 22 + 27
Lernliste Kapitel 1 Seite 26

Sprachmittel Kapitel 2 Seiten 50 + 62
Lernliste Seiten 62-61

Sprachmittel Kapitel 3 Seiten 86 + 99
Lernliste Seiten 96-97

  • Je kunt jezelf voorstellen en persoonlijke gegevens uitwisselen.
  • Je kunt vertellen over je gezinsleden.
  • Je kunt vertellen over het onderwerp school.

Woensdag, 22 februari 2023 6e lesuur

Slide 13 - Slide

Aufgaben Woche 07
Lernen Lernliste      Seiten 96-97 helemaal           Lernen Uhrzeiten        (aantekeningen schrift).
Lernen Grammatik Kapitel 3A + B regels der die das + meervoud (das Plural) Seite 98 (stencil)
Lernen Grammatik Kapitel 4 Seite 134 (vervoegen werkwoorden en voltooid deelwoord) + aantekeningen schrift
Lernen Grammatik Kapitel 5 Seite 169 (ein-Gruppe) + aantekeningen schrift.

Machen Aufgaben zu Hause Kapitel 5:
Aufgaben 19 t/m 20 + 22 t/m 23 Seiten 151-153 (ein-Gruppe)
Schrijfopdracht 3 -> tweede opdracht Kapitel 3

Zusammen während der Unterrichtsstunde (samen tijdens de les):
Aufgaben  26, 28 Kapitel 4. Aufgaben 17 + 18 + 21 Kapitel 5 Seiten 150-151 + oefenen grammatica Kapitel 4 + 5

Slide 14 - Slide

Zum Schluss!

Slide 15 - Slide

LessonUp Grammatik üben:
Regeln der die das üben. 
Regeln das Plural üben.
Schwache Verben + Partizip
Ein-Gruppe.

Slide 16 - Slide

Schrijfopdracht: 3
  • Lees tweede opdracht Kapitel 3 even goed door.
  • Wie heeft nog vragen over deze opdracht?
timer
1:00

Slide 17 - Slide

Grammatik: Regeln der, die oder das?
Bepaald lidwoord:
  • Nederlands: de, het (de fiets, de fietsen)(het huis, de huizen)
  • Duits: der, die, das en die (meervoud) (der Mann, die Männer) (das Haus, die Häuser) (die Tante, die Tanten)

  • der = mannelijk
  • die = vrouwelijk
  • das = onzijdig

Slide 18 - Slide

Grammatik: Regels der die das
  1. Noem een regel voor der-woorden (mannelijk)
  2. Noem regels voor die-woorden (vrouwelijk)
  3. Noem regels voor das woorden (onzijdig)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide