Excel les 1 Rijen, kolommen, cellen en werkblad

Microsoft Excel
Les 1
1 / 17
next
Slide 1: Slide
InformaticaMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Microsoft Excel
Les 1

Slide 1 - Slide

Microsoft Excel
Lesdoelen
Je kunt een leeg Excel werkblad starten.
Je kunt het verschil benoemen tussen kolommen, rijen en cellen.
Je kunt werkbladen toevoegen en verwijderen.
Je kunt de naam van een werkblad wijzigen.
Je kunt cellen selecteren.

Slide 2 - Slide

Deze les:
Uitleg
Opdracht
Nabespreken

Slide 3 - Slide

Leeg Excel werkblad openen
  1. Open Excel
  2. Je ziet meteen een leeg werkblad

Slide 4 - Slide

Kolommen, rijen en cellen
Een kolom gaat van boven naar beneden.
Een rij gaat van links naar rechts.
Een cel is het kruispunt tussen een kolom en een rij
Kolommen beginnen met letters.
Rijen beginnen met cijfers.
Cellen krijgen als naam de letter van de kolom en het cijfer van de rij (bv. A2)

Slide 5 - Slide

Een werkblad toevoegen
Klik op de + naast de naam van het werkblad
om een werkblad toe te voegen

Slide 6 - Slide

De naam van een werkblad aanpassen
  1. Klik met je rechtermuisknop op het tabblad
  2. Klik op Naam wijzigen
  3. Pas de naam aan

Slide 7 - Slide

Cellen selecteren
  1. Klik in een cel
  2. Je ziet nu een wit kruis
  3. Houd je linker muisknop ingedrukt en sleep de muis totdat je de gewenste cellen hebt geselecteerd
  4. Wil je niet aaneengesloten cellen selecteren, houd dan de CTRL-toets ingedrukt en klik op de cellen die je wilt selecteren

Slide 8 - Slide

Opdracht 1
  1. Open een Excel werkblad
  2. Selecteer cel C12
  3. Selecteer rij 6
  4. Selecteer kolom G
  5. Selecteer F5:K6
  6. Selecteer D3, F8, H4

Slide 9 - Slide

Opdracht 2
  1. Geef het tabblad Blad 1 de naam Inkomsten
  2. Voeg een nieuw tabblad toe en geef die de naam Uitgaven

Slide 10 - Slide

Opdracht 3
  1. Geef het tabblad Inkomsten de kleur blauw
  2. Geef het tabblad Uitgaven de kleur Groen

Slide 11 - Slide

Opdracht 4 Test
  1. Open de test
  2. Ga helemaal naar onderen en klik op de knop Test
  3. Maak de test en deel het resultaat met de docent

Slide 12 - Slide

Ik kan een lege werkblad openen.

(1 is niet en 5 is zonder problemen)
15

Slide 13 - Poll

Ik weet het verschil tussen kolommen, rijen en cellen.

(1 is niet en 5 is zonder problemen)
15

Slide 14 - Poll

Ik kan meerdere cellen selecteren.

(1 is niet en 5 is zonder problemen)
15

Slide 15 - Poll

Ik kan een werkblad invoegen.

(1 is niet en 5 is zonder problemen)
15

Slide 16 - Poll

Ik kan de naam van een werkblad aanpassen.

(1 is niet en 5 is zonder problemen)
15

Slide 17 - Poll