This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 180 min
Items in this lesson
Welkom!
15.04.2024
Slide 1 - Slide
Planning
Terugblik
2.4
2.5
Taaldorp
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Terugblik
Huiswerk bespreken
Vragen?
Herhalen?
Slide 3 - Slide
2.4
Wat is het onderwerp van de tekst?
Zijn er in jouw land veel restaurants?
Wanneer gaan de mensen naar restaurants?
Welk soort restaurants zijn er?
Ga je zelf weleens naar een restaurant?
Wanneer?
Wat is je favoriete restaurant/eten?
Slide 4 - Slide
2.4
Nieuwe woorden:
- vroeger
- gestudeerd (studeren)
- de menukaart
- de ham
- de geit
- de salade
Slide 5 - Slide
2.4
- de pasta
- de friet
- half, halve
- de drank, de dranken
- het idee
- de ober
- gesmaakt (smaken)
- de rekening
Slide 6 - Slide
2.4
Samen luisteren tekst
Samen opdr. 31
Slide 7 - Slide
2.4
Maak zelfstandig opdr. 33, 34, 35 en 36
Bespreken
Slide 8 - Slide
2.4
Maak in tweetallen opdr. 37 en 38
Bespreek samen opdr.. 39 en 40
Slide 9 - Slide
2.4
Opdr. 40 extra vragen:
Wat drink jij het liefst?
Welk vlees vind jij het lekkerst?
Welke groente eet je het liefst?
Welk fruit eet jij het vaakst?
Welk eten maak jij het liefst?
Wat is gezonder, thee of bier? Waarom?
Wat is gezonder, brood of taart? Waarom?
In welk land is uit eten gaan duurder, in Nederland of in je eigen land?
Wat doe je liever, thuis eten of uit eten gaan? Waarom?
•
•
•
•
•
•
•
•
P
P
C
F
Slide 10 - Slide
2.5
Video
Slide 11 - Slide
Taalwijzer
Het voltooid deelwoord (blz. 61)
Voorbeeld?
Heb gewerkt
Twee werkwoorden
--> eerste is vaak hebben (soms zijn)
Het tweede werkwoord --> voltooid deelwoord
Staat aan het einde van de zin
Begint met ge- / eindigt op t of d
Slide 12 - Slide
Taalwijzer
Stappenplan voltooid deelwoord:
1. Kijk naar het hele werkwoord en haal -en weg en maak de ik-vorm.
--> stoppen --> -en: stopp --> ik-vorm: stop
2. Kijk naar de laatste letter.
Laatste letter een s, f, t, k, ch of p? (ezelsbruggetje: 't kofschip/softketchup)
JA: voltooid deelwoord krijgt een t
NEE: voltooid deelwoord krijgt een d
3. Zet ge- voor de ik-vorm en zet een t of d aan het einde.
Let op!! Staat er al een t of d in de ik-vorm? Dan komt er geen extra t of d in het voltooid deelwoord: reizen --> ik-vorm: reis --> heb gereisdd x fout! --> heb gereisd goed