Les klas 2mha - ch0 - révision

Hoe groet je iemand aan het begin
van een gesprek in het Frans?   

Salut                                 Bonjour

Coucou
Bonjour 
&
bienvenue
1 / 31
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoe groet je iemand aan het begin
van een gesprek in het Frans?   

Salut                                 Bonjour

Coucou
Bonjour 
&
bienvenue

Slide 1 - Slide


Les vacances étaient.....
A
bien
B
formidables
C
casse-pieds / ennuyeux
D
stupides

Slide 2 - Quiz

Qu'est-ce que vous avez fait?
Dites une chose en français.

Slide 3 - Mind map

Aujourd'hui: 26 août
  • Bienvenue!
  • Parler: Se présenter
  • Cette période...
  • Révision klas 1  
  • Faire: ex. 1, 2 (source A & B)

Slide 4 - Slide

Les devoirs

  • Faire: ex. 1, 2, 3 & 4a 
  • page 10

Slide 5 - Slide

Se présenter
Racontez:
  • Comment tu t'appelles?
  • Tu as quel âge?
  • Tu habites où?
  • Tu es en quelle classe?
  • Tu as des frères où des soeurs?


Slide 6 - Slide

Qui suis-je?

  • Je m'appelle...
  • J'habite à ...
  • J'ai ... frère(s) et ... soeur(s)
  • J'ai un chat / un chien / un poisson rouge / un cochon d'Inde...

Slide 7 - Slide

Introduction
Qui a un animal domestique?

Slide 8 - Slide

un chat
un escargot
un poisson
un lapin
un cheval
un chien

Slide 9 - Drag question

Je parle de mes hobbys  ( écouter)                                     



manger          ET               boire
faire du sport
sortir avec mes amies
J'adore

Slide 10 - Slide

Les vacances

  • Tu as été où? - J'ai été ...
  • Avec qui? - J'étais avec...
  • C'était comment? - C'était horrible/super/fantastique/magnifique

Slide 11 - Slide

Parler de tes vacances
  • Begin je zin met "ik ben geweest" 
  • Zoek het land op in het Frans
  • Kijk of het land mannelijk (m = le), vrouwelijk (v = la) of meervoud (mv = les) is EN of het land begint met een klinker (l')
  • Bepaal nu welke voorzetsel voor het land komt in de zin: 
  • J'ai été
  • au (m)
  • en (v)
  • aux (mv)
  • à (stad / eiland)

Slide 12 - Slide

Je me présente en français                   ( écouter)                                     



  • prénom + nom
  • ville/village + pays
  • âge
  • métier
  • nationalité
  • famille
  • sport
  • hobbys   
  • vacances




  • Je m'appelle ..................................
  • J'habite à ............ aux .......................
  • J'ai ........................ans
  • Je suis .............................
  • Je suis .................................
  • J'ai ...............................
  • je fais du/de la/ de l' .........................
  • j'aime / j'adore .............................
  • j'ai été en / au /  aux / à ......................

Slide 13 - Slide

Komende periode

 
De eerste lessen zullen voornamelijk herhaling zijn + een beetje nieuwe stof
Daarna gewoon verder met de hoofdstukken, zoals vorig jaar.


Slide 14 - Slide

Parler français pendant le cours
Voici deux nouvelles phrases pour communiquer en classe!

 Écrivez dans votre cahier:
- Vous avez déjà corrigé l'intérro?
- Je n'ai plus de papier


Slide 15 - Slide

Mag ik naar de wc alsjeblieft?

Slide 16 - Slide

Kun je het herhalen alsjeblieft?
Hoe zeg je deze zin in de u vorm?

Slide 17 - Slide

Ik heb een vraag.

Slide 18 - Slide

Ik begrijp het niet.

Slide 19 - Slide

Vous pouvez répeter s'il vous plaît?

Slide 20 - Slide

Exercice 
Wat zeg je in de volgende situaties? 
Kies de juiste Franse zin.




1, 2, 3, c'est parti! 

Slide 21 - Slide

Je bent vergeten tijdens de pauze naar de wc te gaan, maar je moet echt heel nodig. Wat vraag/zeg je?
A
Je ne comprends pas.
B
Tu peux répéter s'il vous plait?
C
J'ai une question.
D
Je peux aller aux toilettes s'il vous plait?

Slide 22 - Quiz

Je bent zelfstandig aan het werk en je weet niet wat je moet doen bij exercice 3. Je vraagt om hulp.
A
Je ne comprends pas.
B
J'ai une question.
C
Tu peux répéter s'il vous plait?
D
Je peux aller aux toilettes s'il vous plait?

Slide 23 - Quiz

De uitleg is te snel gegaan en je hebt niet goed gehoord wat je nu moet doen. Wat vraag/zeg je?
A
Tu peux répéter s'il vous plait?
B
J'ai une question.
C
Je peux aller aux toilettes s'il vous plait?
D
Je ne comprends pas.

Slide 24 - Quiz

Exercice 4   ' La finale '
Regarde l'image.  

Welke Franse zin past het beste bij de afbeelding?

Als je het weet , lève le doigt 



Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Travailler en autonomie
Faites les exercices 1 t/m 5a (à la page 10)

Apprenez les mots de bloc A (à la page 50)
timer
1:00

Slide 28 - Slide

Waar sta jij op dit moment voor het vak Frans?
A
Ik heb er alle vertrouwen in.
B
Ik vind het een moeilijk vak, maar het lukt mij als ik het bijhoud.
C
Ik weet het echt niet.
D
Ik heb het idee dat ik achter loop.

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide