Spelling - werkwoorden

Pak alvast je boek, schrift en iPad
Klas 4KZ
Goedemorgen 
en
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Pak alvast je boek, schrift en iPad
Klas 4KZ
Goedemorgen 
en

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Lesdoel

Aan het eind van deze les kun je werkwoorden goed spellen.

Slide 3 - Slide

Eerst nog nakijken
Opdracht 4 en 5 blz. 29

Slide 4 - Slide

Klassikaal:  opdr 6
Als de zin begint met een apostrof, dan krijgt het eerst volgende woord een hoofdletter:


Als de zin begint met een getal, dan volgt er GEEN hoofdletter

't Was erg warm.
10 kilometer verderop ging ik zitten.

Slide 5 - Slide

Hoe vind je een PV ook alweer?
(persoonsvorm)

Slide 6 - Open question

Hoe herken je een voltooid deelwoord ook alweer?

Slide 7 - Open question

Wat is het verschil tussen een PV en een Voltooid deelwoord?
PV

Dit werkwoord kun je WEL van tijd veranderen.
bv: Hij heeft een scooter gekocht.
(Hij had een scooter gekocht)
De PV is dus heeft.
Voltooid deelwoord
Dit werkwoord kun je NIET van tijd veranderen.
Hij heeft een scooter gekocht.

Slide 8 - Slide

Frank heeft een euro gevonden.
HEEFT is een .....
A
PV
B
Voltooid deelwoord

Slide 9 - Quiz

Hij heeft voor die fiets betaald.
Wat is het voltooid deelwoord?
A
heeft
B
betaald

Slide 10 - Quiz

Is het een PV?
________________________________
T.T.
STAM                  - vind 
STAM + T           - vindt

V.T.
STAM + TE(N) - fietste, haatte
STAM + DE(N) - breide, leidde
Is het een voltooid deelwoord?
________________________________
  1. zoek het hele werkwoord
  2. Haal -EN eraf.
  3. Zit de laatste letter in
 't kofschip?
                              >>> T

                              >>> D
d of t?

Slide 11 - Slide

Hij (vinden) ... zijn jas te klein.
A
vind
B
vindt
C
vint

Slide 12 - Quiz

Hij is door de politie (bekeuren)..........
A
bekeurt
B
bekeurd

Slide 13 - Quiz

De deur die ik had (verven)..... , (worden)..... nu groen
A
geverft
B
gevervt
C
geverfd
D
gevervd

Slide 14 - Quiz

Weet je het nog?
Hij (vinden)  .......... zijn jas te klein.

Hij is door de politie (bekeuren) ........................

De deur die ik had (verven) ....................,  (worden) ......... nu groen.

Slide 15 - Slide

Aan de slag




Als je klaar bent, krijg je een nakijkblad.
Zelfstandig
opdracht 1 t/m 3 blz. 30, 31
samenwerken
opdracht 4 
blz. 31
timer
15:00

Slide 16 - Slide

Zelf nakijken 

opdr 1 t/m 4 Spelling

Slide 17 - Slide