Spelling

KLAS 3TA
DINSDAG 29 NOVEMBER
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

KLAS 3TA
DINSDAG 29 NOVEMBER

Slide 1 - Slide

2.8 Spelling
Pak voor je: BLZ 161

Persoonsvorm
of 
voltooid deelwoord?


Slide 2 - Slide

Aan het eind van de les:
ken ik het verschil tussen een PV en een voltooid deelwoord

Slide 3 - Slide

startopdracht

opdr. 2 blz. 161

Slide 4 - Slide

Antwoorden opdr. 2 (p. 161)
a. stelt
b. bestudeert
c. verteld
d. vertaalt
e. herhaald, vertaald
f. complimenteert

Slide 5 - Slide

Neem de volgende aantekening over onderaan blz. 164

Slide 6 - Slide

Wat is het verschil?





Voorbeeld: Hij heeft een broek gekocht.
PV

Deze kun je van tijd veranderen
Voltooid deelwoord
Deze kun je NIET van tijd veranderen.

Slide 7 - Slide

Is het een PV?
________________________________
T.T.
STAM                  - vind 
STAM + T           - vindt

V.T.
STAM + TE(N) - fietste, haatte
STAM + DE(N) - breide, leidde
Is het een voltooid deelwoord?
________________________________
  1. zoek het hele werkwoord
  2. Haal -EN eraf.
  3. Zit de laatste letter in
 't kofschip?
                              >>> T

                              >>> D

Slide 8 - Slide

De komma (herh)
  • Tussen twee werkwoorden in een samengestelde zin - als ik eet, kijk ik tv.
  • In een opsomming - vrienden, vriendinnen, buren, familie
  • Tussen twee bijvoeglijke naamwoorden -  een mooie, warme dag
  • Woorden als:  toch, hoor, ja en oké -  Nee, ik haal jou op, oké?

Slide 9 - Slide

Gebruik óók een komma...
...voor een voegwoord, als dat midden in de zin staat.

  • Tom rent over het perron, zodat hij de trein haalt.
  • Hij heeft me wel gezien, maar hij groet me niet.
  • Mijn zus is vandaag heel blij, want ze is geslaagd.

Slide 10 - Slide

Aan de slag - blz. 164
  • opdracht 5  
  • opdracht 6a

Slide 11 - Slide

Aan het eind van de les...

...weet ik hoe je zelfstandige naamwoorden in het meervoud schrijft.

Slide 12 - Slide

Hoe zat het ook alweer met het meervoud?

baby         melodie      horloge
slee             muis
café             graf         olie

Slide 13 - Slide

meervoud op -en
Steeds anders aanpassen...

hond 
mes 
been 
muis 
slaaf  

Slide 14 - Slide

meervoud op  's
_______________________________

a -   cavia's
i -     kiwi's
  o -   piano's
-   accu's
 y -    baby's


meervoud op  -s (eraan vast)
________________________________


etalages
horloges
tafels
jongens
Eindigend op:
Eindigend op 'e' of op een medeklinker

Slide 15 - Slide

meervoud op -ën, -iën of -ieën 
-ën
-iën
-ieën
sleeën
ideeën
bacteriën
provinciën

melodieën
knieën
klemtoon niet op de ie
klemtoon wel op de ie > dus een extra 'e'

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Aan de slag
10a en 10b blz. 167
----------

Eerder klaar? 
Maak "Test Jezelf van 2.8"


timer
10:00

Slide 18 - Slide

Wat is het meervoud van bacterie?
A
bacterieën
B
bacteriën

Slide 19 - Quiz

Wat is het meervoud van hobby?
A
hobbys
B
hobby's
C
hobbies

Slide 20 - Quiz

wat is het meervoud van tosti?
A
tosti's
B
tosties
C
tostis

Slide 21 - Quiz

Wat is het meervoud van relatie?
A
relatie's
B
relaties

Slide 22 - Quiz

Wat is het meervoud van melodie?
A
melodieën
B
melodies
C
melodiën

Slide 23 - Quiz

Waarom heb je me niks (vertellen)?
A
verteld
B
vertelt

Slide 24 - Quiz

Over een week (behalen) hij vast zijn diploma.
A
behaalt
B
behaald

Slide 25 - Quiz

Als je de vraag (herhalen), kan ik antwoord geven.
A
herhaald
B
herhaalt

Slide 26 - Quiz

Ik denk dat hij het boek heeft(vertalen).
A
vertaalt
B
vertaald

Slide 27 - Quiz

Het groot dictee van klas 3TA
De prijs.....


"un muntsy foor un broodsy"

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

klas 3TA
                van
maandag 5 december

Slide 30 - Slide

Wat gaan we deze les doen?

  • Elkaars dictees nakijken 
  • Oefenen voor de toetsweek :  begin maken met een sollicitatiebrief
  •      interklaasquiz  

Slide 31 - Slide

Het groot dictee van klas 3TA 
Afgelopen vrijdag gedaan:
                                  Deel A: vijf zinnen
                                                                
                                  Deel B: 10 woorden - meervoud

                    Vandaag:  Je kijkt het dictee na van een klasgenoot.

Slide 32 - Slide

Oefenen voor de toetsweek
sollicitatiebrief (zie bijlage bij de les van vandaag)
timer
15:00

Slide 33 - Slide

Uit het boekje "Vlekkeloos Nederlands"


Oefening 10 en 11 blz. 39, 40

Slide 34 - Slide

Is het een PV?
________________________________
T.T.
STAM                  - vind 
STAM + T           - vindt

V.T.
STAM + TE(N) - fietste, haatte
STAM + DE(N) - breide, leidde
Is het een voltooid deelwoord?
________________________________
  1. zoek het hele ww
  2. Haal -EN eraf.
  3. Zit de laatste letter in
 't kofschip?
                              >>> T

                              >>> D

Slide 35 - Slide

Spreek uit:
"DE KOETSIER POETST DE KOETS MET POSTKOETSPOETS."

Slide 36 - Slide

Maak een zo lang mogelijke zin met woorden die met dezelfde letter beginnen;


Wie weet waar Willem Wever woont? (6 woorden)
Lisa leerde Lara lopen langs lange lanen. (7 woorden)

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide