Een vrouw werd "bezeten" en priesters leggen de boodschap uit
Deze boodschap noemen we een orakel
De belangrijkste was het orakel van Delphi
Module 2 - Grieken
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
4.3 De Grieken, hun goden en hun bouwstijlen
De goden konden om advies gevraagd worden
Een vrouw werd "bezeten" en priesters leggen de boodschap uit
Deze boodschap noemen we een orakel
De belangrijkste was het orakel van Delphi
Module 2 - Grieken
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Stadsstaat, bestaat uit een stad en is omringt door land.
Griekenland telde 700 poleis met gemiddeld 1000 inwoners per polis.
De mensen in een polis voelden zich nauw met elkaar verbonden. Vaak voelden ze zich meer een inwoner van de polis dan een Griek.
Vruchtbare grond was schaars in Griekenland. Alleen bergdalen en plaatsen langs de kust waren geschikt. Hier verbouwden ze vooral graan, druiven en olijven.
De Grieken handelden veel en waren goede scheepsbouwers. Ze verkochten aardewerk, wijn en olijfolie zodat ze graan konden kopen.
De man werkte op het land en dreef handel. Hij was het hoofd van het gezin. Hij zorgde voor inkomen en bepaalde met wie zijn dochters moesten trouwen en kon zijn zoon onterven.
In rijke families stond de vrouw aan het hoofd van de huishouding. Ze hield toezicht op de huisslaven en beheerden het geld.
Alleen jongens kregen onderwijs. Ze leerden rekenen, schrijven en lezen. Sport was ook belangrijk. Hoe rijker je was, hoe langer je onderwijs kreeg.
Meisjes werden door hun moeder opgevoed en mochten vanaf hun 14e trouwen.
Akropolis: 'Hoge stad' Hier stonden ook de belangrijkste tempels.
Agora: Hier werd handel gedreven en werden de laatste roddels uitgewisseld. De naam Agora betekend 'verzamelplaats'.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Waarom was Griekenland verdeeld in verschillende poleis?
A
De Grieken voerden veel oorlogen met elkaar.
B
De verschillende poleis spraken andere talen.
C
Het landschap zorgde ervoor dat communicatie lastig was.
D
De Grieken konden dan beter handelen.
Slide 6 - Quiz
De Grieken stichtten koloniën. Waarom deden ze dat?
Slide 7 - Open question
Rondom welke zee hadden de Grieken hun kolonies?
A
De Noordzee
B
De Oostzee
C
De Middellandse Zee
D
De Baltische Zee
Slide 8 - Quiz
In de oudheid stichtten de Grieken kolonies langs de kusten van de Middellandse en de Zwarte Zee. Gaan de volgende zinnen over een OORZAAK of een GEVOLG van deze kolonisatie?
1 De Grieken werden beïnvloed door andere volken. 2 De Griekse boeren konden onvoldoende voedsel produceren. 3 De Griekse bevolking groeide. 4 De Griekse handel groeide.