Grammatica zinsdelen havo 2 les 4

Hoofd- en bijzinnen
Doel: 
- je kan enkelvoudige en samengestelde zinnen van elkaar onderscheiden
- je kan een hoofdzin herkennen
- je kan een bijzin herkennen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofd- en bijzinnen
Doel: 
- je kan enkelvoudige en samengestelde zinnen van elkaar onderscheiden
- je kan een hoofdzin herkennen
- je kan een bijzin herkennen

Slide 1 - Slide

Twee soorten zinnen
Enkelvoudige zin (1 pv):
De docent roept de leerlingen.
De leerlingen stoppen met praten.

Samengestelde zin (meer dan 1 pv):
De docent roept de leerlingen en de leerlingen stoppen met praten.

Slide 2 - Slide

Twee soorten zinnen
Enkelvoudige zin (1 pv):
De docent roept de leerlingen.
Zij horen hem niet.

Samengestelde zin (meer dan 1 pv):
De docent roept de leerlingen, maar zij horen hem niet.

Slide 3 - Slide

Hoofdzinnen en bijzinnen
Een samengestelde zin kan bestaan uit:
- twee hoofdzinnen
- een hoofdzin en een bijzin


Slide 4 - Slide

Hoofdzin
Een hoofdzin is een zin die ook op zichzelf kan staan.
Als er twee hoofdzinnen worden samengesteld, staat er altijd een nevenschikkend voegwoord tussen. Dat zijn de woorden:
en, of, maar, want, dus

De docent roept de leerlingen, dus stoppen zij met praten.

Slide 5 - Slide

Bijzin
Een bijzin is een zin die niet op zichzelf kan staan.
Een bijzin wordt altijd gekoppeld aan een hoofdzin met een onderschikkend voegwoord. Daarvan zijn er veel meer:
wanneer, als, terwijl, zodra, voordat, voor, nu, toen, nadat, zolang als, totdat, sinds, doordat, zodat, waardoor, omdat, opdat, indien, mits, tenzij, hoewel, ofschoon, ondanks dat, zoals, alsof, dat, of .....

De docent roept de leerlingen dus stoppen zij met praten.

Slide 6 - Slide

Hoofdzin en bijzin herkennen
Hoe herken je nu waaruit de samengestelde zin bestaat:
- een hoofdzin met een hoofdzin   óf
- een hoofdzin met een bijzin ???

1. Bij een hoofdzin staan pv en ow naast elkaar en kan er niets tussenkomen.
2. Een bijzin is niet af zonder de hoofdzin en daarin staan pv en ow niet altijd naast elkaar.

Slide 7 - Slide

Gisteren ontdekte ik dat mijn broer rookt.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 8 - Quiz

Vorig jaar heeft de voorjaarsstorm veel huisjes verwoest, daarom plaatsen we ons huisje een maand later.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 9 - Quiz

Op het wateroppervlak drijven grote bladeren van de witte waterlelie.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 10 - Quiz

In de vakantie ga ik heel hard studeren, omdat ik dit schooljaar niet wil overdoen.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin

Slide 11 - Quiz

In de vakantie ga ik heel hard studeren, omdat ik dit schooljaar niet wil overdoen.
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 12 - Quiz

De pannen mogen niet in de afwasmachine, maar de borden kun je er gewoon in doen.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin

Slide 13 - Quiz

De pannen mogen niet in de afwasmachine, maar de borden kun je er gewoon in doen.
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 14 - Quiz