This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Examentraining schrijfvaardigheid
Slide 1 - Slide
Herhaling alle onderdelen
*zakelijke brief
*zakelijke e-mail
*artikel
* samenvatting (GL)
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Verplichte onderdelen bij een brief/ e-mail of artikel zijn: (geef voorbeelden)
Slide 4 - Open question
Benoem 2 verschillen tussen een zakelijke brief een zakelijke mail.
Slide 5 - Open question
Waarop wordt je brief/artikel beoordeeld? (1 antwoord mogelijk)
A
conventies
B
conventies en taalgebruik
C
inhoud en taalgebruik
D
inhoud, conventies en taalgebruik
Slide 6 - Quiz
Hoe schrijf je een aanhef?
A
Beste Tulay,
B
Geachte Tulay Gemici,
C
Beste mevrouw Gemici,
D
Geachte mevrouw Gemici,
Slide 7 - Quiz
Jezelf voorstellen. Welke manier is de beste?
A
Mijn naam is Tulay Gemici. Ik zit in klas 4M3 van RSG Pantarijn.
B
Ik ben Tulay en ik zit op Pantarijn in 4 mavo.
C
Ik heet Tulay Gemici, ik zit in 4M3, RSG Pantarijn.
D
Mijn naam is Tulay Gemici, 4M3 Pantarijn.
Slide 8 - Quiz
Wat wordt bedoeld met: de aanleiding van een brief?
A
De aanleiding is het begin van de brief, de opbouw.
B
De aanleiding is de gebeurtenis waardoor je de brief schrijft.
C
De aanleiding is het stukje waar beste of geachte staat.
D
De aanleiding is het einde van de brief, de afsluiting.
Slide 9 - Quiz
Je wilt dat de lezer snel reageert. Hoe kun je dat het beste in de brief zetten?
A
Wilt u even snel een reactie geven?
B
Ik hoop dat u snel kunt reageren.
C
Ik wil snel een antwoord hebben.
D
Geef snel een reactie, dan kan ik verder.
Slide 10 - Quiz
Hoe kun je bij een brief/mail het beste afsluiten?
A
Groetjes,
naam
B
Met vriendelijke groet,
naam
C
Groeten van
naam
D
Tot ziens,
naam
Slide 11 - Quiz
De eerste stap bij het maken van de schrijfopdracht is:
A
Je leest eerst de beschrijving en de opdracht goed door
B
Je begint direct met de inleiding, vervolgt met de kern en sluit af met het slot
C
je begint direct aan het markeren van de belangrijkste onderdelen .
Slide 12 - Quiz
Doen:
Kader: Maken van 2.1 Schrijven opdracht 1 t/m 4 op blz 78 t/m 83
Gemengd: Maken van 2.1 Schrijven opdracht 1 t/m 6 op blz 74 t/m 78
Slide 13 - Slide
Basis:
Maken opdracht 1t/m 4 van 2.1 Schrijfvaardigheid vanaf blz 50
Slide 14 - Slide
Stap 1
Lees eerst de beschrijving en de opdracht goed door. Beantwoord voor jezelf: - Wat voor tekst moet ik schrijven?
- Wat is het doel van mijn tekst?
- Wie is het publiek van mijn tekst?
artikel
zakelijke brief
e-mail
Je hebt ook een tekst nodig die je voor een eerdere opdracht voor leesvaardigheid al gelezen hebt.
Slide 15 - Slide
Stap 2
Bekijk de lijst met punten die in je opdracht moeten komen.
Markeer belangrijke punten. Bijvoorbeeld:
- Noem de aanleiding... - Geef jouw eigen ervaring...
- twee voordelen van ...
Slide 16 - Slide
Stap 3
Orden de gevonden informatie
Verdeel de onderdelen over ten minste drie alinea's
Schrijf per alinea in steekwoorden op wat je gaat schrijven of maak een schrijfplan
Slide 17 - Slide
Stap 4
Je weet door de punten die je net hebt doorgenomen waar je op moet letten.
Streep de informatie die je nodig hebt uit de opdracht en tekst aan.
Zet voor de kantlijn het nummer van de opdracht waar de informatie bij past.
Slide 18 - Slide
Stap 5
Bij een artikel: Schrijf je tekst in minimaal 100 woorden.
Een goedlopende tekst heeft volledige zinnen.
Maak de zinnen niet te lang.
Gebruik witregels tussen de alinea's
Zet een eigen titel boven het artikel
Zet je naam onder het artikel
Slide 19 - Slide
Stap 6
Controleer de inhoud: heb je alle informatie uit stap 3 goed in de tekst staan?
Controleer het taalgebruik: kijk alle woorden en zinnen goed na en verbeter eventuele fouten. Gebruik een woordenboek als je niet weet hoe je een woord moet spellen. Let ook op leestekens.
Controleer de conventies (regels): zorg dat de indeling klopt en de tekst er verzorgd uitziet