Bijvoeglijk naamwoord

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Bijvoeglijk naamwoord

Herhaling; wat is een zelfstandig naamwoord?

Bijvoeglijke naamwoorden

• Bijvoeglijke naamwoorden horen bij een zelfstandig naamwoord.
• Bijvoeglijke naamwoorden vertellen iets over het zelfstandig naamwoord.

Een blauwe auto.
Door welk woord kun je 'blauwe' vervangen?

Welke woord is het bijvoeglijk nmw?

'Ik ben gek op zoute drop.'

1. gek
2. drop
3. ik
4. zoute

Welke woord is het bijvoeglijk nmw?

'De oude vrouw is een heks.'

1. oude
2. vrouw
3. een
4. heks

Welke woord is het bijvoeglijk nmw?
'Wat was dat een spannende wedstrijd!'

1. wat
2. was
3. spannende
4. wedstrijd

Welke woord is het bijvoeglijk nmw?

'Hij schreef een keurige mail.'

1. Hij
2. schreef
3. keurige
4. mail

Welke woord is het bijvoeglijk nmw?
'De onduidelijke zin zorgde voor veel verwarring.'

1. verwarring
2. zin
3. onduidelijke
4. veel

Welke woord is het bijvoeglijk nmw?
'Ze maakte gisteren een vervelende opmerking.'

1. ze
2. vervelende
3. gisteren
4. opmerking

Welke woord is het bijvoeglijk nmw?
'De haastige automobilisten staan daar vaak in de file.'

1. haastige
2. automobilisten
3. vaak
4. daar

Welke woord is het bijvoeglijk nmw?
'De mooie auto was op een zonnige dag gestolen.'

1. mooie + auto
2. zonnige + gestolen
3. auto + dag
4. Mooie + zonnige

Verzin zelf een bijvoeglijk nmw in de zin:

'Wat een .......... ongeluk is dat!'

Verzin zelf een bijvoeglijk nmw inde zin:

'De ......... meisjes gingen kamperen'

Junior Einstein

Maak de opdrachten over het bijvoeglijk naamwoord