3.4 Planten

3.4 Planten
Biologen kijken naar verschillende kenmerken bij de indeling van planten.
  • bladgroenkorrels
  • bouw
  • voortplanten
1 / 18
next
Slide 1: Slide
ExactMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.4 Planten
Biologen kijken naar verschillende kenmerken bij de indeling van planten.
  • bladgroenkorrels
  • bouw
  • voortplanten

Slide 1 - Slide

3.4 Planten
Biologen kijken naar verschillende kenmerken bij de indeling van planten.
  • bladgroenkorrels
  • bouw
  • voortplanten
fotosynthese, dus produceren zuurstof

Slide 2 - Slide

3.4 Planten
Leerdoelen
  • 3.4.8: Ik kan kenmerken en voorbeelden noemen              van vaatplanten en groenwieren.
  • 3.4.9: Ik kan kenmerken en voorbeelden noemen                van sporenplanten en zaadplanten

Slide 3 - Slide

Ordenen in stammen
Planten kun je ordenen in acht stammen, over twee van deze stammen leren we meer.

Slide 4 - Slide

Ordenen in stammen
Planten kun je ordenen in acht stammen, over twee van deze stammen leren we meer.
vaatplanten

Slide 5 - Slide

Ordenen in stammen
Planten kun je ordenen in acht stammen, over twee van deze stammen leren we meer.
vaatplanten
wieren (algen)

Slide 6 - Slide

Vaatplanten
Planten die vaten hebben voor transport van stoffen.
 

Slide 7 - Slide

Vaatplanten
Planten die vaten hebben voor transport van stoffen.
 
Deze vaten kun je vinden in de wortels, stengels en bladeren.

Slide 8 - Slide

Vaatplanten
Vaatplanten kunnen zich voortplanten met zaden en met sporen.
  • Zaden ontstaan in bloemen van een plant, deze zaden groeien uit tot nieuwe planten, bv de klaproos.

Slide 9 - Slide

Vaatplanten
Vaatplanten kunnen zich voortplanten met zaden en met sporen.
  • Zaden ontstaan in bloemen van een plant, deze zaden groeien uit tot nieuwe planten, bv de klaproos.

Slide 10 - Slide

Vaatplanten
Vaatplanten kunnen zich voortplanten met zaden en met sporen.
  • Zaden ontstaan in bloemen van een plant, deze zaden groeien uit tot nieuwe planten, bv de klaproos.
Alle bomen en struiken zijn zaadplanten.

Slide 11 - Slide

Vaatplanten
Vaatplanten kunnen zich voortplanten met zaden en met sporen.
  • Zaden ontstaan in bloemen van een plant, deze zaden groeien uit tot nieuwe planten, bv de klaproos.
  • Sporen hebben geen bloemen , de planten ontstaan uit cellen, bv varens en mossen. 

Slide 12 - Slide

Vaatplanten
Vaatplanten kunnen zich voortplanten met zaden en met sporen.
  • Zaden ontstaan in bloemen van een plant, deze zaden groeien uit tot nieuwe planten, bv de klaproos.
  • Sporen hebben geen bloemen , de planten ontstaan uit cellen, bv varens en mossen. 

Slide 13 - Slide

Vaatplanten
Vaatplanten kunnen zich voortplanten met zaden en met sporen.
  • Zaden ontstaan in bloemen van een plant, deze zaden groeien uit tot nieuwe planten, bv de klaproos.
  • Sporen hebben geen bloemen , de planten ontstaan uit cellen, bv varens en mossen. 
sporen zijn eencellig

Slide 14 - Slide

Wieren (algen)
Wieren en algen zijn planten die in water leven.
Deze planten hebben geen bladeren, stengels en bloemen, bv groenwieren.
  • Groenwieren is een stam in het plantenrijk met eencellige of meercellige organismen met bladgroenkorrels, bv boomalg of zeesla.

Slide 15 - Slide

Wieren (algen)
Wieren en algen zijn planten die in water leven.
Deze planten hebben geen bladeren, stengels en bloemen, bv groenwieren.
  • Groenwieren is een stam in het plantenrijk met eencellige of meercellige organismen met bladgroenkorrels, bv boomalg of zeesla.
transport van water

Slide 16 - Slide

Wieren (algen)
Wieren en algen zijn planten die in water leven.
Deze planten hebben geen bladeren, stengels en bloemen, bv groenwieren.
  • Groenwieren is een stam in het plantenrijk met eencellige of meercellige organismen met bladgroenkorrels, bv boomalg of zeesla.
wieren hebben celkenmerken van planten

Slide 17 - Slide

Opdrachten
  • Thema 3: Ordening
  • Ga hiervoor eerst naar Magister.Me.
  • Klik op de lijst op de map met Leermiddelen.
  • Kies voor 3.4 Planten
  • Maak opdracht 1 t/m 9 in het Digitale Boek.
  • Bij opdracht 3 en 5 hoort een bijlage (bij Patrick)

Slide 18 - Slide