This lesson contains 27 slides, with text slides.
- Aantekening grammatica
- Aantekening samen doornemen
- Oefenblad
Tijdens de instructie word ik niet onderbroken. Wil je iets zeggen, steek dan je vinger op en wacht je beurt af.
1. Ik kan de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp benoemen in een zin.
2. Ik kan de zinsdeelstrepen zetten.
3. Ik ken de volgorde van het ontleden.
De politieagent deelde tijdens de verkeerscontrole de bekeuring uit aan de man.
Zin 1:
De rechter heeft een groep autokrakers strenge straffen
gegeven.
Maak de oefenopdracht. Je mag daar je
aantekening bij gebruiken.
2. Volgens de politie zoeken dieven TomToms en ingebouwde
navigatiesystemen.
3. De verkeerstoren van Schiphol gaf het vliegtuig voorrang bij
de landing.
4. Een verliefde dief heeft voor zijn vriendin een laptop gestolen.
5. Mijn rapport gaat mij problemen opleveren.
6. Wie moet ik dat zeggen?
7. Zal ik jou mijn nieuwe strips laten zien.
- Oefenblad bespreken (zin 5 t/m zin 8)
- Keuzedeel
6. Wie moet dat zeggen?
7. Zal ik jou mijn nieuwe strips laten zien?
8. Veel jongeren gaan te laat slapen.
Bij een oude dame uit Huissen heeft een oplichter sieraden gestolen
Persoonsvorm:
Werkwoordelijk gezegde:
Zinsdeelstrepen:
- Herhaling instructie lv & mv
- Oefenblad afmaken
- Oefenblad samen bespreken
1. Bij een oude dame uit Huissen heeft een oplichter sieraden gestolen.
2. Hij meldde gevaar voor een gasexplosie.
3. De vrouw vroeg aan de man een legitimatiebewijs.
4. Dat liet hij haar zien.
5. Daarop opende de bejaarde de deur.
6. Ze overhandigde hem de sleutels van haar huis.
7. Zo stelen dieven sieraden.
8. Dames op leeftijd geven goedgekelede mannen vaak hun vertrouwen.
9. In dit geval heeft de truc een hoop geld opgeleverd.