2KM WT H4 Les 3

Welkom!

Zorg dat je de volgende spullen voor je hebt:

  • lesboek H4 taalverzorging blz. 106
  • schrift
  • pen
  • laptop (dichtlaten!)
  • leesboek
We starten als de timer op 0:00 staat. 

timer
2:00
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!

Zorg dat je de volgende spullen voor je hebt:

  • lesboek H4 taalverzorging blz. 106
  • schrift
  • pen
  • laptop (dichtlaten!)
  • leesboek
We starten als de timer op 0:00 staat. 

timer
2:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Lesdoelen
  • Mededelingen 
  • Lezen
  • Schema achtervoegsels
  • Theorie: meewerkend voorwerp
  • Zelfstandig werken
  • Theorie: verwijswoorden
  • Huiswerk
  • Evaluatie les

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Ik kan het meewerkend voorwerp van een zin vinden.
  • Ik kan verwijswoorden op de goede manier gebruiken. 

Slide 3 - Slide

Mededelingen
Wat moet ik weten?

Slide 4 - Slide

Lezen in stilte
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Boeken mee!
  • We gaan weer iedere les lezen. Zorg dus dat je een boek bij je hebt!
  • Let erop dat dit een C-boek is. Heb je een boek waarvan je het niet zeker weet? Vraag het in de mediatheek. Heb je een B-boek, maar een hele goede reden waarom je dit boek aan het lezen bent? Bespreek het met de docent!
  • Zorg dat je het boek 'Naar de Top' hebt ingeleverd!

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Meewerkend voorwerp
In zinnen met een lijdend voorwerp kan ook een meewerkend voorwerp (mv) staan. Het meewerkend voorwerp geeft aan voor wie iets bestemd is.


Bijvoorbeeld: Bram wil aan zijn vriendin een kettinkje geven.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Meewerkend voorwerp
Zoek het mv.
Vraag:

aan wie + gez. + ow + lv?

- Controleer of je aan kunt weglaten of toevoegen. Daarvoor mag je de woordvolgorde veranderen.

Slide 10 - Slide

De politieagente gaf de fietser zonder licht een bekeuring. 
1. pv
2. ow
3. Gez. 
4. lv
5. De vraag die je moet stellen om het meewerkend voorwerp te vinden.
6. Het meewerkend voorwerp: mv

Slide 11 - Slide

De politieagente gaf de fietser zonder licht een bekeuring. 
pv = gaf
ow = De politieagente
gez. = gaf
lv = een bekeuring
Aan wie gaf de politieagente een bekeuring?
mv = de fietser zonder licht

Slide 12 - Slide

Zelfstandig werken

1. Schrijf de aantekeningen in je schrift. 

2. Begin met les 3 (meewerkend voorwerp) in LessonUp. 

De theorie lees je op bladzijde 106 en in de slides bij de opdracht.

3. Klaar? Ga aan het werk in Numo







timer
1:00

Slide 13 - Slide

Verwijswoorden
De verwijswoorden me, mij en mijn lijken erg op elkaar. Je kunt ze daarom ook heel gemakkelijk verkeerd gebruiken. Dit geldt ook voor de verwijswoorden je, jou en jouw.

Slide 14 - Slide

De laptop die daar staat is van mij/mijn.

Slide 15 - Slide

Heeft Casper de mail van mij/mijn al beantwoord?

Slide 16 - Slide

Huub heeft al me/mijn T-shirts uit de kast gehaald.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Zelfstandig werken

1. Schrijf de aantekeningen in je schrift. 

2. Begin met les 3 (meewerkend voorwerp) in LessonUp. 

De theorie lees je op bladzijde 106 en in de slides bij de opdracht.

3. Klaar? Ga dan verder met les 4 (verwijswoorden) in LessonUp.







timer
1:00

Slide 21 - Slide

Lesdoelen
  • Ik kan het meewerkend voorwerp van een zin vinden.
  • Ik kan verwijswoorden op een goede manier gebruiken. 

Slide 22 - Slide

Huiswerk
Maandag 22 maart
Leren:

Theorie blz. 106 en 108
Maken:
1. Opdrachten WT H4 les 3 en les 4 op LessonUp
2. 20 actieve minuten gewerkt in Numo
3. Iedere dag minstens 10 minuten lezen!
4. Leer voor de leestoets!

Slide 23 - Slide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 24 - Slide