Les 1

• Dierverzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Keuzedeel verdieping diergedrag, -ethiek en -welzijn

Relevantie van het keuzedeel

• In de maatschappij is een groeiende aandacht voor diergedrag, dierenwelzijn en ethiek. 
• Dit keuzedeel biedt jou een kans om je hier beter op voor te bereiden en een eigen mening te vormen.

Beschrijving van het keuzedeel

• In het keuzedeel verdiep je jouw praktische kennis en vaardigheden over het natuurlijk gedrag van de verschillende gedomesticeerde diersoorten, de invloed die de mens daarop heeft en de gevolgen van dit handelen op het welzijn van het dier.

• Je leert over ethische normen in je eigen leefwereld en de beroepspraktijk betreffende het welzijn van dieren.
  

Beoordeling keuzedeel

• Het gaat hier om een examen!!!

Dit bestaat uit:

• Portfolio met opdrachten die we in de les maken
• Eindgesprek

Beoordeling: O/V/G 

De beginnend beroepsbeoefenaar:

• heeft basiskennis van begrippen, concepten en stromingen in dierenwelzijn en ethiek
  
• heeft basiskennis van de oorzaken van diergedrag
  
• heeft basiskennis van soorten gedrag
  
• heeft basiskennis van communicatie van dieren
  
• heeft basiskennis van factoren die dierenwelzijn beïnvloeden
  
• heeft basiskennis van keurmerken en labels van dierenwelzijn
  
• heeft basiskennis van meningen over dierenwelzijn en hoe deze tot stand komen
  
• heeft basiskennis van verschillende mens-dierrelaties en de invloed daarvan op dierenwelzijn
  

• kan zijn eigen bijdrage aan (verbeteren) van diergedrag en dierenwelzijn benoemen
  
• kan omstandigheden noemen die dierenwelzijn beïnvloeden
  
• kan voordelen noemen van (handhaven van) goed dierenwelzijn voor dier, eigenaar en verzorger
  
• kan op ethische wijze met dieren omgaan
  

Theorie

Wat kun je vertellen over diergedrag?

Diergedrag

Alles wat een mens of dier doet

• Gericht op de overlevingskans van het dier en van de soort
• Eten, lopen, verdedigen, slapen en zitten

Diergedrag

Gedrag wordt geprikkeld door inwendige en uitwendige prikkels (stimuli)

• Inwendige prikkels: ontstaat in het lichaam (bijvoorbeeld hongergevoel)
• Uitwendige prikkels: prikkel komt uit de omgeving (bijvoorbeeld het zien van een roofvogel = vluchten)
• Combinatie (bijvoorbeeld langere dagen + hormonen = seksueelgedrag bij vogels

• Drempelwaarde: prikkel moet drempel bereiken om tot gedrag te leiden
• Sleutelprikkels: geen drempelwaarde

Diergedrag

• Zorg dat je weet wat het normale gedrag en de houding van een dier is

• Weet wat bepaald gedrag betekent

• Om gedrag te kunnen lezen, kijk je naar de houding (rechtop/ in elkaar gedoken), signalen (tanden laten zien / wegkijken) en de situatie (wat gebeurd er in de omgeving / komt er een vijand aan / zijn er vreemde geluiden?)

Opdracht

Gedragskaartenspel

1. Kies een diersoort naar keuze die op school aanwezig is (waarvan je makkelijk het gedrag in kaart kan brengen)
2. Geef een beschrijving van het dier. Denk aan: is het een vluchtdier? Is het stressgevoelig?
3. Diep verschillende soorten gedragingen van dit dier uit (min. 4) en maak hiervan een gedragskaart
4. Zoek hiervoor foto's van internet, of maak zelf foto's bij de dieren
5. Verzamel de opdracht in je portfolio