Hoofdstuk 4.1 een stroomkring maken

Hoofdstuk 4 intro
Elektriciteit
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4 intro
Elektriciteit

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Welke elektrische apparaten ken je in huis? Noem er minstens 3

Slide 3 - Open question

Ook in de natuur kun je elektriciteit tegenkomen. Welk verschijnsel heeft met elektriciteit te maken?
A
De bliksemflitsen tijdens onweer
B
De donderslagen tijdens onweer
C
Het licht van de zon
D
De warmte van de zon

Slide 4 - Quiz

Een lampje kun je laten branden door het op een batterij aan te sluiten. Welke opmerking over de batterij is waar?
A
Een batterij heeft maar één aansluiting. Die wordt de 'plus' van de batterij genoemd.
B
Een batterij heeft maar één aansluiting. Die wordt de 'min' van de batterij genoemd.
C
Een batterij heeft twee aansluitingen. Die worden de 'plus' en de 'min' van de batterij genoemd

Slide 5 - Quiz

Om stroomdraden dit een plastic isolatielaag. Waarom zit die isolatielaag er?
A
Omdat je anders je vingers verbrandt aan de hete stroomdraad.
B
Omdat je anders een elektrische schok kunt krijgen.
C
Omdat elektrische stroom gemakkelijk door plastic heen kan stromen.

Slide 6 - Quiz

De LED-lamp op je fiets heeft maar één batterij nodig om fatsoenlijk te kunnen branden. Wat gebeurt er als je dit LED-lampje aansluit op de accu van een auto?
A
Het lampje brandt door.
B
Het lampje gaat branden zoals het in je achterlicht brandt.
C
Het lampje gaat zwak branden.

Slide 7 - Quiz

In je telefoon zit een batterij. Na enige tijd moet je die weer opladen. Wanneer raakt je batterij het snelste leeg?
A
Als je muziek aan het luisteren bent.
B
Als je chat met vrienden.
C
Als je de lamp aan hebt staan.

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Lampje blijft uit
Lampje gaat aan
Gesloten stroomkring
Open stroomkring

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Hoeveel ampère geeft de stroommeter aan?
A
2,3 A
B
0,023 A
C
0,23 A

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Een gesloten stroomkring
  • Om een lampje te laten branden, heb je een gesloten stroomkring nodig

Slide 20 - Slide

Lading
De woorden 'stroom' en 'stroomkring' maakt duidelijk dat er 'iets' door de snoeren en het lampje beweegt.

Dat iets noemen we de lading

Een elektrische stroom bestaat uit bewegende lading. 

Slide 21 - Slide

Geleiders en isolatoren

Slide 22 - Slide

Schakelaar

Slide 23 - Slide