This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
1.5 Druk (Quiz)
Slide 1 - Slide
De eenheid van druk is
A
• N/m
B
• N/m2
C
• Nm
D
• N/m3
Slide 2 - Quiz
Een schaatser glijdt het grootste deel van de tijd op één schaats. Het contactoppervlak van de schaats met het ijs is 40 cm lang en 0,1 cm breed. Hoe groot is de druk op het ijs als de schaatser een massa heeft van 80 kg?
A
• 20 N/cm2
B
• 50 N/cm2
C
• 200 N/cm2
D
• 500 N/cm2
Slide 3 - Quiz
De graafmachine heeft een massa van 8700 kg. De machine staat op rupsbanden. Het contactoppervlak met de grond is bij elke rupsband 7,0 m bij 60 cm. Bereken de druk van de graafmachine op de ondergrond in Pa. Geef je antwoord in een geheel getal. De druk van de graafmachine op de ondergrond is ...... Pa.
Slide 4 - Open question
De eenheid van druk is
A
• kracht per meter (N/m).
B
• newton per meter (N/m).
C
• kracht per vierkante meter (N/m2).
D
• newton per vierkante meter (N/m2).
Slide 5 - Quiz
Een schaatser glijdt het grootste deel van de tijd op één schaats. Het contactoppervlak van de schaats met het ijs is 35 cm lang en 0,1 cm breed. Bereken de druk op het ijs als de schaatser een massa heeft van 70 kg. De druk is ........ N/cm2
Slide 6 - Open question
Een Jeep heeft een massa van 2000 kg. Het contactoppervlak met de grond is bij elke band 0,4 m bij 25 cm. Bereken de druk van de Jeep op de ondergrond. De druk van de Jeep op de ondergrond is ....... Pa.
Slide 7 - Open question
De afmetingen van een baksteen zijn 23 bij 10 bij 8 cm. Op welke zijde moet de baksteen staan om de druk zo groot mogelijk te maken?
A
• op de zijde van 23 bij 10 cm
B
• op de zijde van 23 bij 8 cm
C
• op de zijde van 10 bij 8 cm
Slide 8 - Quiz
Kies de juiste woorden. Een graafmachine heeft rupsbanden om zonder problemen over een drassig bouwterrein te kunnen rijden. De rupsbanden zijn nodig om de kracht / druk over een groter oppervlak te verdelen. Daardoor wordt de kracht / druk op de grond groter / kleiner. Hoe breder de rupsbanden zijn, des te groter / kleiner is de druk op de grond.
Slide 9 - Open question
De afmetingen van een baksteen zijn 23 bij 10 bij 8 cm. Op welke zijde moet de baksteen staan om de druk zo klein mogelijk te maken?
A
• op de zijde van 23 bij 10 cm
B
• op de zijde van 23 bij 8 cm
C
• op de zijde van 10 bij 8 cm
Slide 10 - Quiz
Een graafmachine heeft rupsbanden om zonder problemen over een drassig bouwterrein te kunnen rijden. Jos beweert dat rupsbanden nodig zijn om de kracht over een groter oppervlak te verdelen. Karim beweert dat hoe breder de rupsbanden zijn, hoe groter de druk op de grond is. Wie heeft of hebben gelijk?
A
• Jos en Karim hebben allebei gelijk.
B
• Jos heeft gelijk, Karim heeft ongelijk.
C
• Jos heeft ongelijk, Karim heeft gelijk.
D
• Jos en Karim hebben allebei ongelijk.
Slide 11 - Quiz
Zelfstandig werken
Maak test jezelf op blz. 34t /m 40
Slide 12 - Slide
aan de slag!
Wat: Maak test jezelf op blz. 34t /m 40.
Hoe: helemaal stil!
Hulp: docent
Tijd: 25 minuten lang
Klaar?: ga bezig met H1.1, H1.2, H1.3, H1.4 & H1.5.