4.3.2. Leestekens 1. Hoofdletters en punten bij zinsmarkering. 2. Vraagtekens, uitroeptekens en aanhalingstekens. 3. Hoofdletters bij eigennaam en directe rede.4. Komma’s, dubbele punt.
Slide 4 - Slide
Lesdoelen vandaag:
Je leert:
Kritisch kijken naar een tekst
Zinnen begrenzen
Je gaat:
Een tekst verbeteren
Je oriënteren op de eerste schrijfopdracht
We hebben ook nog twee presentaties (aan het eind v/d les)
Slide 5 - Slide
Startopdracht
Wat? Lees de tekst die is uitgedeeld en maak opdr. 1+2
Hoe? In tweetallen
Hulp? Kijk eerst of je er met je tweetal uitkomt, vraag dan pas docent
Tijd? 10 a 15 min
Uitkomst: We bespreken het klassikaal
Klaar? Schrijf een korte reflectie: wat ging goed? Wat vind je nog moeilijk? Hoe ging de samenwerking? Gebruik de achterkant van je blad.
Slide 6 - Slide
Noteer de eerste vier zinnen die jij hebt geïdentificeerd
Slide 7 - Open question
Politie!
Bij hen in de straat. Erger nog, bij hun huis stond een politiebusje. En bij de voordeur stond een spierbundel in uniform de wacht te houden, zoals een beveiliger bij een coffeeshop.
Slide 8 - Slide
Noteer het tweede stukje (vanaf 'ik ben hier illegaal') met de juiste leestekens en hoofdletters.
Slide 9 - Open question
Korte check:
Je hebt nu:
Kritisch naar een tekst met fouten gekeken.
Nagedacht over zinsbegrenzing en het gebruik van leestekens.
Je weet nu:
Waar je het referentiekader taal kunt vinden
Wat je moet kunnen/kennen op niveau 2F
Slide 10 - Slide
Schrijfopdracht 1 'De schoolkrant"
1. Schrijf 200 a 250 woorden over één van de volgende onderwerpen.
* Hoe corona mijn leven heeft veranderd
of
* Top tien coronatips voor in een lock down (met uitleg uiteraard)
of
* Hoe ik de wereld zie over 20 jaar (mag realistisch ,mag ook fantasie)
of
* Eigen onderwerp
Slide 11 - Slide
fase 1: oriënteren
Wat? maak eerst een mindmap, hierin zet je je ideeën
Hoe? Individueel
Hulp? Vraag je maatje/ docent
Tijd? zolang als je nodig hebt, maar wel vóór donderdag 4 uur