This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
H1 Spelling
Slide 1 - Slide
Je leert over trema, apostrof, accent en cedille. Je weet wanneer je trema's, apostrofs, accenten en cedilles moet gebruiken (3F). Je kunt alle werkwoordsvormen herkennen en correct spellen (3F)
Uitspraakproblemen
Uitleg gebruik trema, apostrof, accenttekens en cedille bij uitspraakproblemen
Nederlands H1 Spelling, blz. 34-37
Startopdracht
Opdracht 1-2-3-4-6-7-8-9-10
Snel klaar? Maak dan ook 5
Hoe ging het?
Slide 2 - Slide
Uitspraakproblemen
Om uitspraakproblemen te voorkomen, gebruik je trema's, apostrofs, accenten en cedilles.
Denk bijvoorbeeld aan problemen bij
opas, etuis, paraplus, kopieren, cafe
Slide 3 - Slide
Trema
- om te voorkomen dat twee klinkers in één woord samen worden uitgesproken:
kopieren --> kopiëren
beeindigen --> beëindigen
Azie --> Azië
Slide 4 - Slide
Trema
- in sommige leenwoorden:
frobelen --> fröbelen
concierge --> conciërge
*In Duitse woorden noemen we het trema umlaut.
Slide 5 - Slide
Trema
*Let op!
In samenstellingen gebruik je geen trema, maar een koppelteken:
radio-interview, mee-eten, opera-achtig
Slide 6 - Slide
Apostrof
- als weglatingsteken:
's avonds, Lars' scooter, 's Hertogenbosch
- om uitspraakproblemen te voorkomen als je een -s schrijft achter woorden als -a -i -o -u -y:
Hanas fiets --> Hana's fiets
kiwis --> kiwi's
Slide 7 - Slide
Apostrof
- in afleidingen en meervouden van afkortingen:
baby'tje, pony'tje
- in verkleinwoorden op -y voorafgegaan door een medeklinker:
baby'tje, pony'tje
(Maar, displaytje, want voor de -y staat geen medeklinker)
Slide 8 - Slide
Accenten: accent aigu
- accent aigu: voor een lange klinkerklank
*Druk tegelijkertijd de linker Alt en de letter E in. Dit zorgt voor een streepje naar rechts.
logé, decolleté, soirée (feestelijke bijeenkomst)
Slide 9 - Slide
Accenten: accent grave
- accent grave: voor een korte klinkerklank
*tilde toets ( `) + de letter. De tilde-toets vind je boven de tab-toets
barrière, crèche, fin de siècle (eind van de eeuw)
Slide 10 - Slide
Accenten: accent circonflexe
- accent circonflexe: op een e in uit het Frans geleende woorden en sóms op andere Franse klinkers
*Alt+i en daarna e maakt ê
crêpe, moment suprême, enquête
Slide 11 - Slide
Accenten: om klemtoon aan te geven
Denk voorbeeld aan het volgende woord:
- voorkómen: zorgen dat iets niet gebeurt
- vóórkomen: voor de rechter komen
- Dat is dé manier om de zaak aan te makken.
- Je hebt er maar één nodig.
Slide 12 - Slide
Cedille
De cedille onderaan de c zorgt ervoor dat een c als s klinkt, wanneer die voor een a, o of u staat.
* typ het teken " (links naast Enter) en daarna de letter C.
Curaçao, garçon, reçu.
Slide 13 - Slide
Trema Wanneer gebruik je een trema?
A
Als binnen een woord klinkers botsen
B
Gewoon omdat het leuk staat.
C
als het een samenstelling is
D
als je denkt dat het moet, er is geen regel voor
Slide 14 - Quiz
Trema of geen trema?
A
geinstalleerd
B
geïnstalleerd
C
gëinstalleerd
Slide 15 - Quiz
Trema Wanneer gebruik je een trema?
A
Vacuum
B
Vacuüm
Slide 16 - Quiz
Trema of geen trema? (voorkomt uitspraakproblemen)
A
verfraaiïng
B
verfraaiing
Slide 17 - Quiz
Trema?
A
poëziealbum
B
poeziealbum
Slide 18 - Quiz
Trema of geen trema?
A
verfraaiïng
B
verfraaiing
Slide 19 - Quiz
Trema of geen trema?
A
gekopïeerd
B
gekopieerd
Slide 20 - Quiz
Trema of geen trema?
A
financien
B
financiën
Slide 21 - Quiz
Trema of niet?
A
tweeentwintig
B
tweeëntwintig
Slide 22 - Quiz
Trema?
A
Industriele
B
industriële
Slide 23 - Quiz
Trema of geen trema?
A
geijzeld
B
geïjzeld
Slide 24 - Quiz
accent aigu
A
decolleté
B
crèche
C
enquête
Slide 25 - Quiz
accent circonflexe
A
décolleté
B
crèche
C
enquête
Slide 26 - Quiz
Accent aigu of accent grave? deja vu
A
accent aigu
B
accent grave
C
beide
Slide 27 - Quiz
beide
Een déjà vu
(ergens al eerder zijn geweest of eerder gezien hebben)
Slide 28 - Slide
In Nederland kennen we drie accenttekens: accent aigu (´), accent grave (`) en accent circonflexe (^).
Met welk accent kun je nadruk op een woord leggen?