This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Leerdoelen BS3
Je kunt toelichten wat gedrag is en hoe gedrag is ingedeeld.
Je kunt uitleggen dat gedrag komt door relatie organisme met zijn omgeving.
Je kunt omschrijven hoe je gedrag kunt bestuderen.
Slide 2 - Slide
Wat is gedrag?
Alles wat een dier (of mens) doet en de manier waarop het dier dat doet.
Studie van gedrag = ethologie
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Slide
Wat denk jij dat de Kapucijnaapjes gaan doen?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Adequaat gedrag
Gedrag = alle waarneembare handelingen van een dier of mens
Gedrag is gericht op het handhaven of verbeteren van de fysiologische toestand of omgevingssituatie
Adequaat gedrag = gedrag dat de fitness van een dier vergroot
Slide 8 - Slide
Organisatie en vormen van gedrag
Gedragssystemen
Groep samenhangende handelingen met een gemeenschappelijk doel, bijvoorbeeld voedsel zoeken of voortplanten
Vaak in een vaste volgorde= gedragsketen
Kijk naar biobits: Functie en gedrag en schrijf alle verschillende gedragssystemen op die je ziet.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
0
Slide 11 - Video
mond open doen
in tube knijpen
borstel naar mond bewegen
kraan aan doen
tanden-borstel pakken
tandpasta- tube pakken
mond spoelen met water
borstel heen en weer bewegen
kraan uit doen
Slide 12 - Drag question
Ethologie
Ethologie = studie van het gedrag van dieren
Alles objectief bekijken = alleen waarneembare feiten beschrijven
Geen menselijke eigenschappen toekennen (antropomorfismen)
Slide 13 - Slide
Gedrag is/zijn de waarneembare handelingen van een dier/mens
We proberen gedrag te
kwalificeren (wat doet een dier) -ethogram
kwantificeren (hoe vaak doet een dier iets) - protocol
• Gedrag moet objectief beschreven worden (zonder persoonlijk
waardeoordeel)
Vermenselijking van gedrag (lief, dom, slim, schattig, lekker vinden etc.) noemen we antropomorfismen
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Baltsgedrag (voortplantingsgedrag)
Het gedrag waarmee een mannetje en vrouwtje elkaar lokken, heet baltsgedrag.
Honden besnuffelen elkaar en sommige vogels voeren samen een 'dans' uit.
Door de balts laten dieren elkaar weten dat ze geschikte partners zijn. Het baltsgedrag vergroot de bereidheid tot paren.
Prikkel: verandering van daglengte. En daardoor hormonen die worden aangemaakt.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Video
Slide 19 - Video
Geluiden, geuren en kleuren kunnen prikkels zijn die bij dieren leiden tot bepaald gedrag. Welke van deze prikkels kunnen een rol spelen bij het voortplantingsgedrag van dieren?
A
Alleen geluiden en geuren
B
Alleen geluiden en kleuren
C
Alleen geuren en kleuren
D
Zowel geluiden als geuren en kleuren
Slide 20 - Quiz
Wat is de inwendige prikkel voor baltsgedrag?
Slide 21 - Open question
Spreeuwenjongen die pas uit het ei gekomen zijn, hebben hun ogen nog dicht. Wanneer een ouder op het nest landt, sperren ze onmiddellijk hun bek open. Wat is de uitwendige prikkel voor dit gedrag van de spreeuwenjongen?
A
Honger
B
Het bewegen van het nest
C
Het ruiken van een worm
D
Het zien van hun ouder
Slide 22 - Quiz
In februari nemen mannetjes-aalscholvers bij het zien van vrouwtjes bepaalde houdingen aan. Hoe wordt het gedrag in de afbeelding genoemd?
Slide 23 - Open question
Is dit een juist beschreven observatie? De hond kijkt angstig.
A
juist
B
onjuist
Slide 24 - Quiz
Is dit een juist beschreven observatie? De apen kussen elkaar, omdat ze elkaar graag mogen.