2.7 grammatica

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

zelfstandig naamwoord

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

zelfstandig naamwoord


maar ook:
* namen (Rotterdam, Jan, Liza)
* begrippen, zoal liefde en respect.



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lidwoord
Er zijn 3 lidwoorden: de, het en een

Let op bij het!!
Alleen als er een zelfstandig naamwoord bij staat, is het een lidwoord.
Het regent --> geen lidwoord.
Het rode kleedje ligt op de grond --> wel lidwoord.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Onbepaald lidwoord
Het lidwoord een is een onbepaald lidwoord.
Je gebruikt het als niet duidelijk is wat of wie je precies bedoelt: een jongen, een plan, een fiets.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Welk lidwoord is het onbepaald lidwoord?
A
de
B
het
C
een

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Let op!
Alle meervouden krijgen
de
als lidwoord.
Bijvoorbeeld: de huizen

Alle verkleinwoorden krijgen het als lidwoord.
Bijvoorbeeld: het huisje


Slide 7 - Slide

 Zelfstandig naamwoorden krijgen in het meervoud dus altijd de  en nooit het of een.  Ook al staat er in het enkelvoud het  voor het zelfstandig naamwoord.

Bron foto: Jennifer C., Flickr

Werkwoorden (ww)
Een werkwoord is een woordsoort.
De afkorting van werkwoord is WW.

In een zin staat ten minste één werkwoord.
Er zijn ook zinnen met meer dan één werkwoord.

Een werkwoord zegt wat iets of iemand doet, wat iets of iemand overkomt of  wat er is gebeurd.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

onbepaald lidwoord
zelfstandig
naamwoord
werkwoord
bepaald lidwoord
De 
kinderen
eten
een
ijsje

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

onbepaald lidwoord
zelfstandig
naamwoord
werkwoord
bepaald lidwoord
Het
meisje
koopt
een
boek.

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

onbepaald lidwoord
zelfstandig
naamwoord
werkwoord
bepaald lidwoord
De 
hond
vernielt
de
stoel.

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

werkwoord
Ik
hoop
dat
jullie
alle
werkwoorden
vinden.
kunnen
hebben

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions