Les 9.2 - herhaling radioactiviteit

Herhaling radioactivieit
 les 9.2
Lesplanning
  1. Herhaling stralingsdosis
  2. Oefenopgave maken
  3. Bespreken oefenopgave 
  4. Opgaven §15.4 maken

1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Herhaling radioactivieit
 les 9.2
Lesplanning
  1. Herhaling stralingsdosis
  2. Oefenopgave maken
  3. Bespreken oefenopgave 
  4. Opgaven §15.4 maken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

De dosis

D(Gy)=m(kg)Estr(J)
effectieve lichaamsdosis
&
equivalente dosis

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Oefenopgave radon-219
Bij een ongeluk ademt iemand 3,6·10⁻⁸ μg van het radioactieve gas
radon-219 in. Door de relatief korte halveringstijd vervalt 40% van
het radon in zijn longen voordat hij het heeft kunnen uitademen.
 
    1. Leg uit of hier sprake is van bestraling of besmetting. 
 
Bij het verval van radon-219 komt er een stralingsenergie van 6,824 MeV vrij. Het vervalproduct vervalt vrijwel meteen hierna met een stralingsenergie van 7,365 MeV.
 
   2. Alle straling die vrijkomt wordt binnen het lichaam geabsorbeerd. Leg uit
       waarom.
 
   3. Bereken de effectieve lichaamsdosis die de longen ontvangen hebben. Ga hierbij
       uit van een massa van 12 g van het bestraalde oppervlak van het longweefsel. 
timer
15:00

Slide 4 - Slide

This item has no instructions


Keuze

Bespreken oefenopgave
of
zelfstandig, in stilte, zelfstandig werken
Uitwerkingen
vraag 1 = opg. a                  vraag 2 = opg. c          vraag 3 = opg. b + d

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

radon-219
mradon = 3,6·10⁻⁸ μg 
40% vervalt in longen

Bij het verval van radon-219 komt er een stralingsenergie van 6,824 MeV vrij. Het vervalproduct vervalt vrijwel meteen hierna met een stralingsenergie van 7,365 MeV.


  1. Leg uit of hier sprake is van bestraling of besmetting. 
  2. Alle straling die vrijkomt wordt binnen het lichaam geabsorbeerd. Leg uit waarom.
  3.  Bereken de effectieve lichaamsdosis die de longen ontvangen hebben. Ga hierbij uit van een massa van 12 g van het bestraalde oppervlak van het longweefsel. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Maken en nakijken opgaven van §15.4

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De stof tritium (H-3) kan worden verkregen door lithium-6 te beschieten met een neutron. Bij deze stof komt naast tritium ook nog een ander deeltje vrij. Welk deeltje is dat?
Tip: noteer de vervalvergelijking.
A
alfa deeltje
B
bèta deeltje
C
proton
D
elektron

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions


Tips 
bij het onderwerp straling & gezondheid

  • Maak voor jezelf een overzicht van alle beeldvormingstechnieken. Maak duidelijk wat de toepassingen, voor- en nadelen zijn.
  • Let op de eenheid van halveringstijden en -diktes
  • Houd bestraling en besmetting goed uit elkaar:
    Besmetting: bron aangeraakt of radioactief materiaal in het lichaam gekomen.
    Bestraling: geen rechtstreeks contact met radioactief materiaal, wel straling.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions


Tips 
bij het onderwerp straling & gezondheid

  • Kijk bij vragen over straling wat de belangrijkste eigenschap is:
    - Straling door een groot stuk materiaal:
        gebruik γ-straling.
    -  Op korte afstand veel schade aanrichten:
         gebruik α-straling
  • Binas tabel 25

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Oefenopgave
Bij een bepaalde behandeling moet een stukje weefsel van 4,0 gram een stralingsdosis van 2 Gy ontvangen afkomstig van een iridiumpreparaat. De behandeling duurt 3,5 uur. De gemiddelde energie van de hierbij uitgezonden β-deeltjes is 0,6 MeV. Neem aan dat alle uitgezonden straling door het stukje weefsel wordt opgenomen.
Bereken de gemiddelde activiteit die het ingebrachte iridium moet hebben.

Tip
E_straling = E_deeltje * A * t

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

m_weefsel = 4,0 gram
                       = 0,004 kg 
D = 2 Gy
t = 3,5 uur
E_β-deeltjes =0,6 MeV. 
A = ?


  • E = D * m = 0,008 J
                         = 4,9938 *10¹⁰ MeV

  •  E_straling = E_deeltje * A * t
    4,9938 *10¹⁰ = 0,6 * A * (3,5*3600)
  • A = 6,6 MBq
Tip
E_straling = E_deeltje * A * t

Slide 12 - Slide

De dosislimiet voor iemand met een beroep met radioactief materiaal is 
20 mSv/jaar = 20 x 10-3 Sv/jaar.


D = H/w = 20 x 10-3 / 20 = 1,0 x 10-3 Gy
De massa van de persoon is 85 kg.
Estr = D x m
Estr = 1,0 x 10-3 x 85 = 85 x 10-3 J
85 x 10-3 / (1,6 x 10-19 ) = 5,31 x 1017 eV = 5,31 x 1011 MeV
Volgens BINAS heeft het alfadeeltje een energie van 4,52 MeV.
ΔN = Estr / Edeeltje
5,31 x 1011 / 4,52 = 1,18 x 1011 deeltjes