we hebben ons goed vermaakt = on s'est bien amusés
ben je goed thuisgekomen? = Tu es bien rentré chez toi?
een baan vinden = trouver un emploi
wij zullen naar A verhuizen- nous déménagerons à Annecy
ik zal verplicht zijn om - je serai obligé de
wat heb jij deze zomer gedaan? - qu'est-ce que tu as fait cet été?
zoals afgesproken - comme prévu