A2 - Week 48 - les 1 - Woordenschat h2

Welkom!
Nederlands 
Mevrouw Knuit, KTI
kti@jfc.nl

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Nederlands 
Mevrouw Knuit, KTI
kti@jfc.nl

Slide 1 - Slide

Stillezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

- Welkom
- Toets lezen: vooruitblik 
- Korte oefening zinsdelen
- Theorie H2 woordenschat: metonymie
- Aan de slag

Doel:
- Je benoemt wat een metonymie is
- Je kunt ze herkennen in zinnen
Vandaag in de les:

Slide 3 - Slide

Vul achter elke omschrijving het juiste antwoord in. Kies uit: 
persoonvorm (pv), werkwoordelijk gezegde (wg), naamwoordelijk gezegde (ng), onderwerp (o), lijdend voorwerp (lv), meewerkend voorwerp (mv) en bijwoordelijke bepaling  (bwb) 

1. Wat vind je met de vraag: wie/wat + wg + o?
2. Hierin zit altijd een koppelwerkwoord
3. Van dit zinsdeel kunnen er meer in een zin zitten
4. Begint vaak met een voorzetsel
5. Bestaat alleen uit werkwoorden
6. Dit zinsdeel zit nooit in een zin met een NG
7. Deze zinsdelen beginnen nooit met een voorzetsel
8. PV meervoud? Dan dit zinsdeel ook. 

Korte oefening grammatica 

Slide 4 - Slide

Vul achter elke omschrijving het juiste antwoord in. Kies uit: 
persoonvorm (pv), werkwoordelijk gezegde (wg), naamwoordelijk gezegde (ng), onderwerp (o), lijdend voorwerp (lv), meewerkend voorwerp (mv) en bijwoordelijke bepaling  (bwb) 

1. Wat vind je met de vraag: wie/wat + wg + o? = LV
2. Hierin zit altijd een koppelwerkwoord = NG
3. Van dit zinsdeel kunnen er meer in een zin zitten = BWB
4. Begint vaak met een voorzetsel = MV
5. Bestaat alleen uit werkwoorden = WG
6. Dit zinsdeel zit nooit in een zin met een NG = WG
7. Deze zinsdelen beginnen nooit met een voorzetsel = O en LV
8. PV meervoud? Dan dit zinsdeel ook. = O

Korte oefening grammatica 

Slide 5 - Slide

Op It's Learning / bronnen/  periode 2 / grammatica vind je 2 mapjes. Een zinsontleding en een woordsoorten. Daarvan maak je voor a.s. vrijdag de volgende opdrachten:

Zinsdelen: opdracht B, opdracht 8 en opdracht 9

Huiswerk is voor a.s. vrijdag 2 december 

Huiswerk voor grammatica 

Slide 6 - Slide

Wat bedoelen we met het onderstreepte woord?

Slide 7 - Open question

Wat bedoelen we met het onderstreepte woord?

Slide 8 - Open question

Wat bedoelen we met het onderstreepte woord?

Slide 9 - Open question

Wat is de beeldspraak in deze zin?

Veel mensen willen meer blauw op straat?

Slide 10 - Open question

Wat is de beeldspraak in deze zin?

Toen de sterspeler het veld opkwam, juichte het stadion uitbundig

Slide 11 - Open question

Je hebt twee soorten beeldspraak: metaforisch en metonymisch. In dit hoofdstuk hebben we het over het metonymie. 

Totum pro parte en pars pro toto 
Je noemt ofwel iets groter dan wat je bedoelt, of je noemt maar 
een deel van een geheel. 
Meer blauw op straat - blauw is de kleur van politie (pars pro toto)
het stadion juichte uitbundig - het stadion is de ruimte waarin mensen juichen (totum pro parte)
De neus stond bekend als een grote crimineel - de Neus (=Willem Holleeder) is een opvallend kenmerk. (pars pro toto)

Deze beeldspraak heet metonymie - het beeld noem je een metoniem
Beeldspraak = figuurlijk

Slide 12 - Slide

Metonymie:

Slide 13 - Slide

Voorbeeld

Slide 14 - Slide

Voorbeeld

Slide 15 - Slide

Wat: Woordenschat H2 - Metonymie 

Opdracht 1 & 3.
Ben je klaar? Dan kijk je na! 

Succes!
Aan de slag:

Slide 16 - Slide

(donderdagmiddag)
6 ll klaar, iedereen begonnen

Britt, Dinan, Mika, Jari, Timon D, Ryan, Timon K,  Adam, Micha, Benjamin, Michaël, Marit - maak je werk af!
Overzicht werk TH3A:

Slide 17 - Slide

twee verschillende manieren:
woordjes en  uitdrukkingen + betekenissen
Oefenen met quizlet live!

Slide 18 - Slide

Hij gaat heel creatief met de waarheid om.
Het plussize model heeft een volslank figuur.
Ik moet even naar het kleinste kamertje.
Het konijn heeft een aanvaring met een vrachtwagen gehad. 

Iets 'zachter' zeggen, zodat de boodschap minder hard overkomt. 

Eufemisme
Nieuwe stijlfiguren:

Slide 19 - Slide

Welk stijlfiguur zit er in de zin?

Hij heeft me een zee van bloemen gestuurd
A
eufemisme
B
hyperbool
C
understatement
D
vergelijking

Slide 20 - Quiz

Welk stijlfiguur zit er in de zin?

De grote voetballer is niet meer onder ons
A
eufemisme
B
hyperbool
C
understatement
D
vergelijking

Slide 21 - Quiz