This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
2.3 - De erfenis van de Verlichting - V
Slide 1 - Slide
Herhaling vorige les
Slide 2 - Slide
Waarom was Rousseau een overgangsfiguur tussen de Verlichting en de Romantiek?
Slide 3 - Open question
Bij de eenwording van welke staten was nationalisme de drijfveer?
A
Italië en Duitsland
B
Italië en het koninkrijke der Nederlanden
C
Duitsland en het koninkrijke der Nederlanden
D
Het koninkrijke der Nederlanden en Pruisen
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Bekijk het filmpje en beantwoord de volgende vragen:
- Wat is het grootste verschil in opvattingen tussen de liberalen en sociaal democraten?
- Wat is het grootste verschil in opvattingen tussen de communisten en sociaal democraten?
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
- Wat is het grootste verschil in opvattingen tussen de liberalen en sociaal democraten? - Wat is het grootste verschil in opvattingen tussen de communisten en sociaal democraten?
Slide 8 - Open question
Leg uit waardoor het marxisme en nationalisme elkaars 'aartsvijanden' waren
Slide 9 - Open question
Ook anarchisten streefden naar een revolutie voor een klasseloze samenleving
Dit moest een spontane actie zijn, in tegenstelling tot een strak georganiseerde beweging van arbeiders als kern van de revolutie, zoals Marx wilde.
Slide 10 - Slide
Het ontstaan van het feminisme
Net als het socialisme was dit een emancipatiebeweging
Onder meer door het burgerlijk gezinsideaal kreeg het feminisme lang weinig aanhang
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Wat was een gevolg van de deelname van vrouwen aan het arbeidsproces tijdens de Eerste Wereldoorlog in verschillende Westerse landen?
A
De eerste feministische golf
B
De tweede feministische golf
C
vrouwen werden voor de wet handelingsbekwaam
D
de invoering van vrouwenkiesrecht
Slide 13 - Quiz
I. Pak het schema politieke stromingen
II. Vul het schema verder in
Slide 14 - Slide
Heb je vragen over het socialisme en/of feminisme?