Daarna kijken we het klassikaal na en kan je jezelf een cijfer geven!
Let op het is een cijfer dat je haalt zonder geleerd te hebben!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Oefentoets Hoofdstuk energie
Je krijgt 50 minuten om het te maken.
Daarna kijken we het klassikaal na en kan je jezelf een cijfer geven!
Let op het is een cijfer dat je haalt zonder geleerd te hebben!
Slide 1 - Slide
Jorieke verwarmt 200 g water van 15 °C gedurende 10 min met een verwarmingselement van 70 W. 1a Laat met een berekening zien dat het verwarmingselement 42 000 J warmte heeft geproduceerd. 2p
Slide 2 - Open question
1b Bereken de eindtemperatuur van het water. Ga ervan uit dat er geen warmteverlies optreedt.
Slide 3 - Open question
2 In een warmtemeter bevindt zich een vloeistof met een soortelijke warmte van 2,0 J/(g °C). In een proef staat een verwarmingsspiraal met een vermogen van 36 W gedurende 24 min aan. Aan het eind van de proef is de vloeistof 55 °C in temperatuur gestegen. 4p a Bereken de massa van de vloeistof die zich in de warmtemeter bevindt. Ga ervan uit dat er geen warmteverlies optreedt.
Slide 4 - Open question
2 In een warmtemeter bevindt zich een vloeistof met een soortelijke warmte van 2,0 J/(g °C). In een proef staat een verwarmingsspiraal met een vermogen van 36 W gedurende 24 min aan. Aan het eind van de proef is de vloeistof 55 °C in temperatuur gestegen. 4p b De proef wordt herhaald, maar in een andere warmtemeter die niet goed geïsoleerd is. Het warmteverlies bedraagt 4500 J. Bereken het rendement van de warmtemeter.
Slide 5 - Open question
3 Robi zit op een koude dag in haar ripped jeans (figuur 1) op een bankje. Ze merkt dat haar huid op sommige plekken van haar benen een stuk kouder aanvoelt. 2p a Leg uit hoe de huid zijn warmte op de plekken waar geen stof zit verliest?
Slide 6 - Open question
3 Robi zit op een koude dag in haar ripped jeans (figuur 1) op een bankje. Ze merkt dat haar huid op sommige plekken van haar benen een stuk kouder aanvoelt. 2p b Leg uit waarom de plekken waar stof zit warmer aanvoelen.
Slide 7 - Open question
4 Welke energieomzetting vindt plaats in een strijkijzer? 2p
Slide 8 - Open question
5 De ideale energiebron heeft vier kenmerken. Leg bij elk kenmerk uit of aardwarmte er wel of niet aan voldoet. 3p
Slide 9 - Open question
6 Nederland is bezig met een energietransitie. Dat betekent dat we op weg zijn naar een nieuw energiesysteem. Noem vier kenmerken waaraan dit nieuwe energiesysteem moet voldoen. 3p
Slide 10 - Open question
7 Wassim wil het rendement bepalen tijdens het koken met een inductiekookplaat. Hij verwarmt een ketel met 600 g water van 20 °C tot 75 °C. Met behulp van zijn energiemeter rekent hij uit dat er 150 000 J elektrische energie door de kookplaat is omgezet. De soortelijke warmte van water is 4,2 J/(g °C). a Bereken het rendement van de kookplaat. 4p
Slide 11 - Open question
7 Wassim wil het rendement bepalen tijdens het koken met een inductiekookplaat. Hij verwarmt een ketel met 600 g water van 20 °C tot 75 °C. Met behulp van zijn energiemeter rekent hij uit dat er 150 000 J elektrische energie door de kookplaat is omgezet. De soortelijke warmte van water is 4,2 J/(g °C). 3p b Wassim herhaalt de proef met dezelfde kookplaat. Hij gaat langer door en verhit het water tot 98 °C. Leg met behulp van de formule Q = U ∙ A ∙ ΔT uit of het rendement dat Wassim nu vindt hoger of lager is.
Slide 12 - Open question
8 Bekijk het energiestroomdiagram van een zonnepaneel (figuur 2). 2p a Leg uit of een zonnepaneel efficiënt met energie omgaat. Als het rendement 15% is.
Slide 13 - Open question
8b Het vermogen van het zonlicht dat op het paneel valt, is 700 W. Bereken het vermogen van de elektrische energie die het paneel levert. 3p
Slide 14 - Open question
8 c Leg uit of een zonnepaneel een energiebron is. 2p