HA1 Frans week 2

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

HA1 Frans week 2

1HV1 Première leçon

Les objectifs :

* Je gaat oefenen met de regelmatige werkwoorden op -er. 

Aan het eind van deze paragraaf kun je deze gebruiken. (A1)

Le programme :
Apprendre: 

Chapitre 2 bron D

Faire: (=doen/ maken)

Maken ex. 16 t/m 19

Bonjour! Bienvenue à la semaine deux!

Qu'est-ce qu'on va faire?

• Répéter le dernier cours avant les vacances
• Verbes - er
• Quizizz
• Travailler au niveau = differentiëren
• Faire les devoirs: ex.16,17,18,19 +  apprendre Bron D
• Réflexion du cours

Répéter le dernier cours 

Wat hebben we vorige keer ook alweer geleerd?

Het rad geeft de beurt!

• Vertaal: le sac
• Vertaal: quarante
• Schrijf het ezelsbruggetje voor de uitgangen .
• Klopt de zin op het bord? MERCI ET A REVOIR.

Quizizz / ga door tot min. 70%

Travail au niveau/ werk op niveau = DIFFERENTIATIE

Prend ton ordinateur > Join my quiz > Login via de code

Score 70%-100% ? 

uitdagend niveau > lees ex. 16b p. 72 en maak opdr 17c p. 73

Score 51%-69% ?

gemiddeld niveau > lees ex. 16b p. 72 en maak opdr 17b p. 73

Score < 50% ?

basis niveau > lees ex. 16b p. 72 en maak opdr 17a p. 73

Au travail ! ex. 16,17,18,19

Faire les devoirs

Poser des questions 

aux voisins ou prof. 

(= vragen stellen aan

je buurman of docent)

Travailler en silence. 

(in stilte werken)

Ex. 16,17,18,19

Bron D leren

Fin du cours

1. Samenvatting van de les 

Vandaag hebben we geleerd hoe we de regelmatige werkwoorden op -er moeten vervoegen. 

2. Korte check met een vraag of opdracht 

Wie kan een zin maken op het bord met een werkwoord op -er? Rad laten draaien?

3. Positieve feedback 

Wat ging er goed deze les?

4. Vooruitblik en afsluiting 

De volgende les gaan we kijk en luistervaardigheid doen , en natuurlijk herhalen we de werkwoorden op er weer.

les 2

1HV1 Première leçon

Les objectifs :

*Je gaat een film bekijken waarin jongeren boodschappen doen. 

Aan het eind van deze paragraaf kun je iets kopen. (A1)

Le programme :
Apprendre: 

Chapitre 2 bron E

Faire: (=doen/ maken)

Maken 21,22a,23

Bonjour! Bienvenue à la semaine deux!

Qu'est-ce qu'on va faire?

• Répéter le dernier cours 
• Corriger les devoirs
• Ex. 20abc
• Faire les devoirs: 21,22a,23 Leren Bron E 

• Réflexion du cours

Répéter le dernier cours 

Wat hebben we vorige keer ook alweer geleerd?

Het rad geeft de beurt!

• Vertaal: Houden jullie van pannenkoeken?
• Vertaal: cinquante
• Schrijf het ezelsbruggetje voor de uitgangen op het bord .
• Klopt de zin op het bord? Mesjeur, ou sont la toilettes?

Controler les devoirs  

= maakwerk controleren

Afgelopen week hebben jullie ex.16,17,18,19 gemaakt. 

Deze ga je met een andere kleur pen nakijken aan de hand van de antwoorden die je kunt vinden in :

SharePoint CCS leerlingen / Lesmateriaal / CCS Vakgroep Frans / fa-ha-1 / Antwoorden Boek A

Exercice 20 page 78

1. Prend ton livre.
2. A la page soixante-dix-huit.
3. On va faire exercice vingt.
4. Regarde.

Au travail !  21,22a,23 Leren Bron E

Faire les devoirs

Poser des questions 

aux voisins ou prof. 

(= vragen stellen aan

je buurman of docent)

Travailler en silence. 

(in stilte werken)

Maken ex.21,22a,23 

Leren Bron E

Fin du cours

1. Samenvatting van de les 

Vandaag hebben we een film gekeken waarbij er boodschappen worden gedaan. Ook hebben we de regelmatige werkwoorden op -er herhaald.

2. Korte check met een vraag of opdracht 

Wie kan een zin maken op het bord met een werkwoord op -er? Rad laten draaien?

3. Positieve feedback 

Wat ging er goed deze les?

4. Vooruitblik en afsluiting 

De volgende les gaan we spreekvaardigheid doen , en natuurlijk herhalen we de werkwoorden op er weer.