This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 100 min
Items in this lesson
Beeldaspect
Kleur
Slide 1 - Slide
Leerdoel:
Aan het einde van deze lessen kun je herkennen, uitleggen en toepassen welke verschillende kleuren en kleurcontrasten er zijn.
Slide 2 - Slide
Benodigdheden:
Les:
GSM/ laptop
Opdracht 1:
Potlood
Gum
Kleurplotloden
Geodriehoek/ liniaal
A4 blaadje met opdracht.
Opdracht 2:
Verf
Kwast
Kleurencirkel
Slide 3 - Slide
Beeldaspecten
Om naar kunst te kijken, hebben we handvatten nodig om de kunst goed te kunnen zien en begrijpen.
Een van die handvatten is om gebruik te maken van beeldaspecten.
Een beeldaspect is een van de onderdelen waaruit een beeldend kunstwerk is opgebouwd. Het is eigenlijk een “beeldende truc ”die een kunstenaar toepast om een doel te bereiken.
Een beeldaspect komt alleen voor in combinatie met andere beeldaspecten. In een kunstwerk draait het immers niet alleen om kleur, maar ook om lijnen, vormen, indeling van de ruimte enz..
Als eerste gaan we het hebben over de kleuren.
Slide 4 - Slide
Wat is kleur?
Kleur heeft een aantal eigenschappen: Toon, helderheid en verzadiging.
De toon bepaalt de soort of familie waartoe de kleur behoort, bijvoorbeeld rood. De helderheid zegt iets over de mate waarin het licht weerkaatst wordt en de verzadiging zegt iets over de hoeveelheid pigment in een kleur.
Vincent van Gogh, Caféterras bij nacht,1888, olieverf op doek
Slide 5 - Slide
Primaire kleuren
De primaire kleuren zijn:
Rood
Geel
Blauw
Slide 6 - Slide
Wat zijn de primaire kleuren zijn?
Slide 7 - Open question
Secundaire kleuren
Secundaire kleuren ontstaan wanneer we twee primaire kleuren met elkaar mengen.
Oranje, groen en paars zijn secundaire kleuren, hiernaast zie je hoe je deze kleuren mengt.
Slide 8 - Slide
Wat zijn de secundaire kleuren zijn?
Slide 9 - Open question
Tertiaire kleuren
Dit zijn kleuren die ontstaan door het mengen van primaire kleuren met secundaire kleuren.
Blauw mengen met groen wordt bijvoorbeeld blauwgroen.
Slide 10 - Slide
Kleur tegen kleurcontrast
Slide 11 - Slide
Kleur tegen kleurcontrast
Deze is eigenlijk heel simpel. Als de primaire kleuren rood, geel en blauw naast elkaar staan krijg je een erg sterk kleurcontrast. Het contrast is het sterkst als de kleuren zo puur mogelijk zijn. Als je de kleur mengt met andere kleuren wordt het contrast direct een stuk minder. Maar ook zodra je witte en zwarte vlakken er bij plaatst, zul je zien dat het contrast alleen nog maar scherper wordt.
Dit contrast is het sterkst wanneer je felle, pure kleurvlakken tegen elkaar aan zet, zonder omtreklijnen.
Slide 12 - Slide
Hoe heet het contrast op het plaatje?
A
kleur tegen kleurcontrast
B
licht donker contrast
C
warm koud contrast
D
hard zacht contrast
Slide 13 - Quiz
Complementair contrast
Deze kleuren versterken elkaar, ze staan recht tegenover elkaar in de kleurencirkel.
Dit zijn:
paars-geel,
rood-groen,
blauw-oranje.
Slide 14 - Slide
Noem de drie complementaire kleur contrasten:
Slide 15 - Open question
Licht-donker contrast
Dit is het verschil tussen lichte en donkere kleuren.
Wit -zwart is het grootste contrast wat er is.
Je maakt kleuren donkerder of lichter door het bijmengen van zwart of wit.
Slide 16 - Slide
Warme en koude kleuren
Warme kleuren:
zijn warm en gezellig.
lijken dichterbij.
vormen een contrast met koude kleuren.
Koude kleuren:
zijn koel en rustig.
lijken verder weg.
vormen een contrast met warme kleuren.
Slide 17 - Slide
Koud–warm contrast
Een warme kleur naast een koude kleur geeft een koud-warmcontrast.
Slide 18 - Slide
Opdracht
Kijk 1,5 minuut naar het schilderij op de volgende slide. Probeer te kijken naar details en naar de kleuren.
Wat valt je op?
Slide 19 - Slide
timer
1:30
timer
1:30
Slide 20 - Slide
Wat is je opgevallen aan het schilderij?
Slide 21 - Open question
Kleurenfamilie
Dit zijn alle kleuren die uit dezelfde kleur zijn gemengd. Ze verschillen heel weinig van elkaar. Bijvoorbeeld alle kleuren rood.
Kleuren in een kleurenfamilie hebben steeds één kleur gemeenschappelijk.
Slide 22 - Slide
Expressief kleurgebruik
Bij expressief kleurgebruik worden kleuren gebruikt om gevoelens en emoties weer te geven.
Slide 23 - Slide
Signaalfunctie
Kleuren kunnen ook een signaalfunctie hebben, zo kan de kleur aangeven dat er gevaar bestaat, of dat er geen gevaar is.
Slide 24 - Slide
Quiz
Slide 25 - Slide
De primaire kleuren zijn?
A
Rood, oranje, geel
B
Blauw, groen, geel
C
Paars, oranje, geel
D
Rood, blauw, geel
Slide 26 - Quiz
De secundaire kleuren zijn?
A
groen, paars en bruin
B
oranje, paars en geel
C
groen, oranje en blauw
D
groen, oranje en paars
Slide 27 - Quiz
Oranje maak je met?
A
geel en paars
B
rood en wit
C
geel en rood
D
geel en wit
Slide 28 - Quiz
Groen maak je met?
A
blauw en rood
B
rood en blauw
C
rood en geel
D
geel en blauw
Slide 29 - Quiz
Paars is de mengkleur van?
A
blauw en rood
B
geel en rood
C
blauw en geel
D
rood en zwart
Slide 30 - Quiz
Welke kleurcontrasten herken je? Kies 2 antwoorden.
A
licht-donker contrast
B
koud-warm contrast
C
complementair contrast
D
kleur-tegen-kleur contrast
Slide 31 - Quiz
Hier zie je een?
A
een kleur tegen kleur contrast
B
twee primaire kleuren
C
twee secundaire kleuren
D
een complementair contrast
Slide 32 - Quiz
Welk contrast zie je hier?
Slide 33 - Open question
Hier zie je? Kies 2 antwoorden.
A
een koud-warm contrast
B
warme kleuren
C
koude kleuren
D
een licht-donker contrast
Slide 34 - Quiz
Hier zie je een?
Slide 35 - Open question
Bij een complementair kleurcontrast staat er altijd een primaire kleur tegenover een secundaire kleur
A
Waar
B
Niet waar
Slide 36 - Quiz
Maak 8 kleine tekeningetjes op een A4, waarin je onderstaande begrippen laat zien.
Hoe beter je expressie (fantasiegebruik) des te beter je cijfer.
Tijd: 2 lesuren
Primaire kleuren
Secundaire kleuren
Kleur-tegen-kleur contrast
Complementair contrast
Licht-donker contrast
Koud-warm contrast
Kleurenfamilie
Signaalkleuren
Opdracht 1:
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Opdracht 2:
Bekijk de video en volg de stappen.
Je hebt nodig voor deze opdracht:
rode, gele en blauwe verf.
een kwast.
Karton papier met onderstaande afbeelding.
Slide 39 - Slide
Beoordelingscriteria
Kennis: Je snapt de begrippen en kunt ze toepassen.