Inhoudsmaten en Hoeken

• Rekenen
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Inhoudsmaten en Hoeken

        Tijdens uitleg --> stil/luisteren
        Schrijf mee!
        Spullen mee!
        Huiswerk volgende les af
        Wekelijkse huiswerkcheck --> niet af = herstel uur!
        Vraag om hulp --> docent/klasgenoot
        Oortjes alleen  tijdens zelfstandig werken.

Afspraken

Deze les 

Intro + terugblik                                                                         5 min

Instructie                                                                                    15 min

Aan de slag                                                                                15 min

Afsluiting                                                                                      5 min

Vooruitblik                                                                                    5 min

Deze les

Inhoudsmaten en hoeken

Leerdoelen

(1) Je weet wat een scherpe hoek is, wat een stompe hoek is en wat een rechte hoek is.

(2) Aan het einde van deze les kan je inhoudsmaten omrekenen. 

Leg de leerdoelen kort uit en zet ze duidelijk op de eerste slide.

Wat weet jij al over hoeken?

Wat weet jij al over inhoudsmaten ?

Scherpe hoek

Een scherpe hoek is een hoek die kleiner is dan een rechte hoek. 

Een scherpe hoek is dus kleiner dan 90 graden.

Scherpe Hoek

Leg kort uit wat een scherpe hoek is en geef een voorbeeld.

Rechte hoek

Een rechte hoek is een hoek van 90 graden. Een rechte hoek herken je aan de rechte lijnen die de hoek maken.

Rechte hoek

Leg kort uit wat een rechte hoek is en geef een voorbeeld.

Stompe hoek

Een stompe hoek is een hoek die groter is dan een rechte hoek. Een stompe hoek is dus groter dan 90 graden.

Stompe hoek

Leg kort uit wat een stompe hoek is en geef een voorbeeld.

Oefenen met hoeken

Om te oefenen met hoeken kan je opgaven maken waarbij je moet aangeven of een hoek scherp, stom of recht is. Bijvoorbeeld: is de hoek van 60 graden scherp, stom of recht?

Laat de leerlingen opgaven maken waarbij ze hoeken moeten herkennen en benoemen.

Inhoudsmaten

Inhoudsmaten

Inhoudsmaten zijn maten die gebruikt worden om de inhoud van een ruimte te meten. 

De belangrijkste inhoudsmaten zijn liter (l), milliliter (ml) en kubieke meter (m³).

Inhoudsmaten

Leg kort uit wat inhoudsmaten zijn en noem de belangrijkste maten.

Prefixen

   K =  Kilo      = Duizend

   H = Hecto  = Honderd

DA = Deca    = Tien

Inhoudsmaten

 D = Deci  = Tienden

 C = Centi = Honderdsten 
 M = Milli  = Duizendsten 

1 liter = 1000 milliliter

1 kubieke meter = 1000 kubieke decimeter

1 kubieke meter = 1.000.000 kubieke centimeter.

Omrekenen

Omrekenen

Om inhoudsmaten om te rekenen, moet je weten hoeveel milliliter er in een liter zit en hoeveel kubieke centimeter er in een kubieke meter zit. 

Omrekenen

Leg kort uit hoe je inhoudsmaten omrekent en geef de belangrijkste omrekenfactoren.

Oefenen met inhoudsmaten

Om te oefenen met inhoudsmaten kan je opgaven maken waarbij je de inhoud moet omrekenen. 

Bijvoorbeeld: 

Oefenen met inhoudsmaten

• Hoeveel liter is 2500 milliliter? 
• Of: Hoeveel kubieke centimeter is 0,5 kubieke decimeter?
   

Laat de leerlingen opgaven maken waarbij ze inhoudsmaten moeten omrekenen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Eventueel de video afspelen tot 2:31 wanneer het vermenigvuldigen met en delen door tien-, honderd- en duizendtallen (komma verschuiven) geen uitleg meer behoeft.

Welk getal hoort op de puntjes?

20 dm³ is hetzelfde als ... m³

M² staat een stapje hoger dan dm³. Je rekent om naar een grotere eenheid dus je doet een stapje van gedeeld door duizend.

Welk getal hoort op de puntjes?

23 km³ is hetzelfde als ... dam³

Dam³ staat twee stapjes lager dan km³. Je rekent om naar een kleinere eenheid dus je doet twee stapjes van keer duizend.

Momentje nadenken

Denk even na over wat je hebt geleerd en of er nog dingen niet duidelijk zijn. Daar kun je in de volgende dia een vraag over stellen.

Welke vragen heb je nog?