4. Schrijven + Fictie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Welkom

Deze les

- 10 minuten lezen

- Uitleg Schrijven H1

- Maken opdrachten

- Uitleg Fictie H5

- Maken opdrachten

Huiswerkcontrole

Huiswerk was:

- Opdracht 7 t/m 13 (opdr. 11 niet) van 5.3 Lezen

- Opdracht 9 is een klaar-opdracht

- Opdrachten woorden Hoofdstuk 1

Bespreken huiswerk woorden

- Pak je snelhechter erbij

Verwijswoorden

Kies uit: dat, die, wat

In de bijlage vind je het inschrijfformulier. ________ kan je vinden in de bijlage.

Kies uit: dat, die, wat

Ik ga op een camping werken, _______ ik erg leuk vind.

Kies uit: dat, die, wat

Stuur ons een e-mail met je motivatie. _______ kan je sturen naar [e-mail]

Gebruik DAT

- Bij Het-woorden

Het huis dat is verkocht...

Het raam dat kapot is gegooid...

Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt. Dat ben ik vergeten.

Gebruik DIE

- Bij De-woorden

Dit is de stoel die gisteren is geverfd.

Ik heb een nieuwe tas gekocht. Die was in de aanbieding.

Gebruik WAT

- Bij een hele zin

- Iets onbepaalds

- overtreffende trap

Gebruik WAT

- Bij een hele zin

Ik heb lang moeten wachten, wat echt geen pretje is.

Gebruik WAT

- Iets onbepaalds

Gebruik WAT

- Iets onbepaalds

Dat is alles wat ik weet

Gebruik WAT

- overtreffende trap

Gebruik WAT

- overtreffende trap

Basketbal is het mooiste wat er is.

Aan de slag

Maak opdracht 6 t/m 9 van 

1.4 Schrijven en Formuleren

Aan de slag

Huiswerk voor de volgende les:

- Opdracht 6 t/m 9 van  1.4 Schrijven en Formuleren

Klaar? Ga aan de slag met de woorden van hoofdstuk 1 via Quizlet