Pak je teksten erbij!
1. Geef aan wat de inleiding, kern en slot is van de tekst.
2. Vijf teksten met vijf verschillende tekstsoorten. Geef per tekst aan om welke tekstsoort het gaat.
3. Noteer de moeilijke woorden, verwijswoorden en signaalwoorden.
Van de signaalwoorden geef je het juiste verband aan.
Lezen 4 - les 4, opd. 2 en 3