18 dec

18 dec
10 minuten lezen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

18 dec
10 minuten lezen

Slide 1 - Slide

Het onderwerp van de tekst noteer je in:
A
Één woord of een paar woorden.
B
Een hele zin.
C
In twee of meer zinnen.

Slide 2 - Quiz

Noteer het verschil tussen een onderwerp en deelonderwerp

Slide 3 - Open question

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn
bij het onderwerp 'sporten'?

Slide 4 - Mind map

Wat zijn de verschillende tekstdoelen?
Er zijn er vijf.

Slide 5 - Open question

In welke drie onderdelen is een tekst verdeeld?

Slide 6 - Open question

Wat weet jij al over
de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Slide

Omschrijf in je eigen woorden wat een hoofdgedachte is

Slide 9 - Open question

Terugblik

Subjectief en objectief beschrijven 

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
Pak je teksten erbij! 

1. Geef aan wat de inleiding, kern en slot is van de tekst. 
2. Vijf teksten met vijf verschillende tekstsoorten. Geef per tekst aan om welke tekstsoort het gaat. 
3. Noteer de moeilijke woorden, verwijswoorden en signaalwoorden.
Van de signaalwoorden geef je het juiste verband aan. 

Lezen 4 - les 4, opd. 2 en 3




Slide 11 - Slide

Wat is het tekstdoel van
'Zwaarder straffen leidt niet tot minder anti-lhbti-geweld'?
timer
0:30
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 12 - Quiz

Overtuigen 
De schrijver geeft zijn mening en wil de lezer hiervan overtuigen. 

Slide 13 - Slide

Noem drie signaalwoorden en het bijbehorende verband uit pagina 1 van deze tekst (Zwaarder straffen...)

Formuleer je antwoord op deze manier :
ook - opsomming (regel 1)


timer
2:00

Slide 14 - Open question

Signaalwoorden pagina 1 

ook - opsomming (regel 1)
dus - samenvatting + conclusie (regel 4)
en - opsomming (regel 6)
daarom - reden (regel 10)
zoals - voorbeeld (regel 11)

Slide 15 - Slide

Wat is het tekstdoel van
'Verband gevonden tussen roken en onaantrekkelijkheid'?
timer
0:30
A
amuseren
B
informeren
C
instrueren
D
overtuigen

Slide 16 - Quiz

Informeren
 De lezer krijgt informatie over het onderwerp.

De schrijver probeert de lezers in deze tekst niet te overtuigen dat je moet stoppen met roken. 
De tekst bestaat alleen uit feiten, er wordt geen enkele mening genoemd.

Slide 17 - Slide

Noem drie signaalwoorden en het bijbehorende verband uit deze tekst (Verband gevonden tussen roken en onaantrekkelijkheid)

Formuleer je antwoord op deze manier :
ook - opsomming (regel 4)
timer
1:00

Slide 18 - Open question

Signaalwoorden 
omdat - reden/argument
maar ook- opsomming
nadat - tijdsverloop
ook - opsomming (3 keer!) 

Slide 19 - Slide

timer
1:00
Waar verwijst 'zij' naar in regel 2?

Slide 20 - Mind map

Antwoord: 
Onderzoekers van de Universiteit van Bristol





Wees volledig! Alleen 'onderzoekers' is niet voldoende.

Slide 21 - Slide

Waar verwijst 'dat' naar in regel 1?
A
Verband gevonden tussen roken en onaantrekkelijkheid
B
Rokers zouden als minder aantrekkelijk worden gezien dan mensen die niet roken
C
Roken heeft mogelijk een negatieve invloed op iemands aantrekkelijkheid
D
Antwoord B en C samen zijn het goede antwoord

Slide 22 - Quiz

Aan de slag! 
1. Open Blink -> lezen 4 - les 6, opdracht 3 
2. Lees de tekst 'Waarom is gamen goed' grondig
3. Beantwoord de inhoudelijke en kritische vragen

Slide 23 - Slide

Toets bespreken!

Open Learnbeat 
2.2 toets lezen 3 

Slide 24 - Slide