This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Betoog schrijven
- Je weet wat een betoog is.
- Je weet hoe een betoog is opgebouwd.
- Je kunt zelf een betoog schrijven.
Slide 1 - Slide
Wat is een betoog?
Slide 2 - Open question
Wat is een betoog?
Tekstdoel: overtuigen
Bevat:
- Stelling
- Jouw standpunt en de argumenten daarvoor
- Tegenargument en weerlegging
Slide 3 - Slide
Hoe is een betoog opgebouwd?
Inleiding: aandacht trekken, stelling en standpunt noemen.
Kern: minstens twee argumenten voor (per alinea één argument) + een tegenargument en weerlegging.
Slot: samenvatting en conclusie + 'uitsmijter'
Slide 4 - Slide
Schrijfplan maken
Je bedenkt een stelling (standpunt), argumenten, tegenargument + weerlegging
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Inleiding schrijven
Schrijf je inleiding. Eerst vrijuit schrijven! Let nog niet op je spelfouten en taalverzorging. Probeer wel je zinnen zo kort mogelijk te schrijven!
Inleiding: aandachttrekker, standpunt/stelling
100 woorden
Slide 7 - Slide
Middenstuk schrijven
Let op! Per argument één alinea gebruiken + een alinea voor je tegenargument en weerlegging.
100 woorden per alinea
Slide 8 - Slide
Slot schrijven
Schrijf je slot. Zorg voor een afsluiter die bijblijft!
100 woorden
Slide 9 - Slide
Feedback vragen
Vraag je klasgenoot eventueel om feedback. Is het betoog prettig om te lezen? Zijn de argumenten logisch en sluiten ze aan bij je stelling en standpunt? Klopt de opbouw?
Slide 10 - Slide
Herschrijven
Je hebt nu een eerste versie van het betoog.
- Kijk kritisch naar je werk. Zijn de zinnen makkelijk te begrijpen? Sluiten ze logisch op elkaar aan?