H8.3 - Vergroten & Verkleinen

8.3 Vergroten en verkleinen
Les doel:
Je kunt een vergrotingsfactor berekenen en gebruiken.
Toetsweek: hoofdstuk 4 + 8.3 en 8.4

1 / 18
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

8.3 Vergroten en verkleinen
Les doel:
Je kunt een vergrotingsfactor berekenen en gebruiken.
Toetsweek: hoofdstuk 4 + 8.3 en 8.4

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Op welke schaal is het model gemaakt?
lengte: 1,33m                          lengte: 79,8m

Slide 3 - Slide

lengte: 1,33m                      lengte: 79,8m
1,3379,8=60
Het echte vliegtuig is 60x groter dan het schaalmodel.

Slide 4 - Slide

lengte: 1,33m                                                             lengte: 79,8m
1,3379,8=60
Je kunt ook zeggen:
De vergrotingsfactor is 60
of
Bij het schaalmodel hoort de schaal 1 : 60

Slide 5 - Slide

origineel                                                                      beeld
Zowel voor vergroten als verkleinen gebruiken we het woord Vergrotingsfactor
beeld                                                                      origineel
601
60
=


=

Slide 6 - Slide

Klaar? ga door naar 33.
timer
5:00

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Vergrotingsfactor berekenen

Slide 10 - Slide

Vergrotingsfactor
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel 
origineel
beeld

Slide 11 - Slide

Wat is de vergrotingsfactor?
Origineel            en         beeld

Slide 12 - Slide



In het algemeen geldt:
k=origineelbeeld=
Vergrotingsfactor                                     ?
Bij vergroting: Een vergrotingsfactor groter dan 1
Bij verkleining: Een vergrotingsfactor kleiner dan 1

Slide 13 - Slide

Gelijkvormig
Bij vergrotingen en verkleiningen hebben origineel en beeld dezelfde vorm

Dit noemen we gelijkvormigheid

Slide 14 - Slide

Wat is de vergrotingsfactor?
1 decimaal
Links is origineel, rechts is beeld.

Slide 15 - Open question

Bereken de vergrotingsfactor.

Slide 16 - Open question

Wat is de vergrotingsfactor?
I = Origineel
II = Beeld

Slide 17 - Open question

Nu zelf aan de slag!
  • Aan de slag met opgaven 31 t/m 40
  • Hoe? fluisterend samen of zelfstandig
  • Klaar? nakijken + leren/oefenen voor de toetsweek.
timer
15:00

Slide 18 - Slide