herhaling hfdst1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo lwoo, havo
• Leerjaar 4

herhaling hfdst1

Wat zie je op het plaatje?

Wat zie je op het plaatje?

Wat zie je op het plaatje?

Wat zie je op het plaatje?

Wat zie je op het plaatje?

Wat zie je op het plaatje?

Wat zie je op het plaatje?

Wat zie je op het plaatje?

Wat zie je op het plaatje?

Vul in...
Ik.............Anne.

Vul in...
Ik.............in Den Haag.

Vul in...
Ik.............20 jaar oud..

Vul in...
Kom.............uit Den Haag?

Vul in...
Ze.............2 kinderen.

Vul in...
Wat.............je nationaliteit?

Vul in...
In welke .......woont u?

Vul in...
.......je vandaag werken?

Vul in...
Mijn huisarts........niet gekomen.

Schrijf zoveel mogelijk verschillen op tussen de twee winkels.

Welke winkels vind jij leuk?

Vraag aan klas: welke winkels vind je leuk? 

Vervolgvraag A: zou je daar ook willen werken? Waarom wel/niet?

Vervolgvraag B: wat voor soort winkel is dat? --> bij welke branche hoort die winkel?

2. Ambulante handel

Verkoper bij een marktkraam.

3. Consumentenelektronica

Winkels waar je televisies, computers, camera's of telefoons worden verkocht.

5. Foodspeciaalzaken

Dit zijn geen supermarkten!

Bij een foodspeciaalzaak kan je maar één soort product kopen.

Bijvoorbeeld: 

- Bakker = brood

- Slager = vlees

- Slijterij = drank

- Snoepwinkel = snoep

6. Huis & Tuin

Hierbij horen bijvoorbeeld bloemenzaken, tuinwinkels, bouwmarkten (Gamma of Karwei), dierenspeciaalzaak

7. Kleding, Schoen & Sport

Hier gaat het om kleding voor dames, heren, kinderen, maar ook winkels waar ze tassen en koffers verkopen.