weerbaarheid

Weerbaarheid
Omgaan met een crisissituatie
Boek: communicatie
1 / 18
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Weerbaarheid
Omgaan met een crisissituatie
Boek: communicatie

Slide 1 - Slide

Leg de foto kaarten op volgorde

Wat vind je het ergst, bedreigends overkomen?

In gesprek met elkaar hierover.

Slide 2 - Slide

Overlevingsreacties
In eerste instantie vertonen mensen een van deze vier overlevingsreacties in een crisissituatie:


Vluchten: je probeert weg te komen van de situatie.

Vechten: je verzet je of gaat letterlijk het gevecht aan.

Verlamming of bevriezing: je kunt niet tot actie komen, je denken is verlamd, sommigen kunnen zelfs letterlijk niet bewegen, vluchten of vechten is niet mogelijk.

Meebewegen: je verzet je niet, maar beweegt mee om de situatie zo snel mogelijk voorbij te laten gaan.



Slide 3 - Slide

Verwerkingsproces bij een crisis
Het verwerken van een ingrijpende gebeurtenis kun je zien als een proces. 

In dit verwerkingsproces kunnen de betrokken personen allerlei emoties voelen: woede, verdriet, angst, wanhoop, schuld, het gevoel verdoofd te zijn, depressieve gevoelens. 

Plotselinge verwardheid kan ook optreden als reactie op een (dreigende) crisis. 

Slide 4 - Slide

Verdedigingsmechanismes
Er zijn ook cliënten en (persoonlijk) begeleiders die onbewust bepaalde tactieken gebruiken om zichzelf staande te houden. 
Dit noem je verdedigings- of afweermechanismen. 

Ontkenning en verdringing;

vluchtgedrag, regressie en rationalisatie;

projectie;
reactievorming en compenseren.

Slide 5 - Slide

Maken van de opdracht
https://edition.thiememeulenhoff.nl/secure/d/stream/traject_3_4_mz_ceo/resource/30e98e0a-1a30-46e9-bf93-0f1b8c13737c/exercises
Maken van de opdracht in Thieme ( in twee tal )
Praktijksituatie niveau 4 - Simone raakt in conflict met Anja
Nabespreken van de opdracht

Slide 6 - Slide

Conflicthanteringsstijl
Niet- effectief en effectieve conflicthanteringsstijlen:
Niet- effectief: 
Forceren en vechten.
Ontlopen en vermijden.
aanpassen en  toegeven.

Om welke reden is dit niet effectief?



Slide 7 - Slide

Conflicthanteringsstijl
Effectieve conflicthanteringsstijl:

samenwerken en oplossen
onderhandelen en compromis sluiten

Slide 8 - Slide

Uitgangspunten oplossen conflict
  • Neem de tijd
  • blijf bij het onderwerp
  •  probeer je gevoelens onder controle te houden
  • luister actief naar de ander
  • zoek een gezamenlijk belang
  • gebruik de ik- boodschap

Slide 9 - Slide

Grenzen aangeven 

fysieke grenzen
mentale grenzen
emotionele grenzen


Slide 10 - Slide

Opdracht
Ga tegenover elkaar staan:
Wanneer ik een letter benoem zeg je deze bij drie items:

Ik heet...
Ik woon...
Ik handel in....

Slide 11 - Slide

Chinees boksen

Blijf tegenover elkaar staan, we gaan chinees boksen.

Slide 12 - Slide

Grenzen aangeven
Assertief: op een rustige manier opkomen voor jezelf ( rots)

Subassertief: je durft je grens niet aan te geven ( Water )

Agressief: je doet de ander bewust of onbewust een ander emotioneel of fysiek pijn ( vuur )

Slide 13 - Slide

waar kan agressief gedrag uit voortkomen?

Slide 14 - Mind map

Agressief gedrag waar kan het uit voortkomen?
  1. pijn 
  2. angst
  3. frustratie
  4. machteloosheid
  5. onbegrepen gedrag
  6. onveilig voelen

Slide 15 - Slide

De ijsberg
De top van de ijsberg is de agressie die je ziet.


Eronder zitten verborgen emoties

Slide 16 - Slide

De  ijsberg toepassen
Teken een ijsberg

Beschrijf voor jezelf een situatie wat je boos maakte, dit is je top van de ijsberg.

Wat was je gevoel, de omstandigheden , dit beschrijf je in de onderste laag van de berg.
Bespreek hoe je de boosheid anders kan zien met je buurvrouw of man.

Slide 17 - Slide

Beoordelen van de situatie
  • Hoe moeilijk of makkelijk is het om de client te kalmeren?
  • gaat het jou alleen lukken om de client te kalmeren?
  • veroorzaak jij zelf als begeleider door je houding of gedrag, de agressieve reactie?
  • is de agressie tegen jou gericht?
  • gaat de client naar jou luisteren?

Slide 18 - Slide